Samengestelde lessen op de vrijdag

Startopdracht op het wisbordje
Gebruik blz. 9 en 10 van jouw reader: 
1. Geef een voorbeeld van een maatschappelijk probleem.
2. Wie hebben er last van dit probleem
3. Geef aan welke actoren bij dit probleem horen. (minimaal 2)
3. Noem van 1 actor een waarde of het belang.
Als je klaar bent, lees je bladzijde 12 en 13 en schrijf je begrippen op die je moet leren dmv een flitskaartje.
timer
10:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht op het wisbordje
Gebruik blz. 9 en 10 van jouw reader: 
1. Geef een voorbeeld van een maatschappelijk probleem.
2. Wie hebben er last van dit probleem
3. Geef aan welke actoren bij dit probleem horen. (minimaal 2)
3. Noem van 1 actor een waarde of het belang.
Als je klaar bent, lees je bladzijde 12 en 13 en schrijf je begrippen op die je moet leren dmv een flitskaartje.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
1. Startopdracht bespreken
2. Huiswerk noteren voor volgende week
3. Herhaling paragraaf 1 + uitleg paragraaf 2 en 3
met wisbordvragen
4. Opdrachten maken (zelfstandig)
5. Uitleg praktische opdracht deel 2 (Krant)

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld AWB
1. Oorlog Israël en Palestina (Maatschappelijk probleem)
2. Inwoners Gaza, hulpverleners, Hamas, Hezbollah, onschuldige kinderen/burgers (Actoren)
3. - Kinderen en burgers willen leven in vrijheid/veiligheid (waarde)
- Leiders Israel willen meer land/macht (belang)
- Hulpverleners willen in veiligheid hulp kunnen bieden zonder gevaar.




Wat zijn de begrippen waar jullie meer uitleg over willen hebben?

Actoren
Israelische leider
Palestijn uit Gaza
Waarde
domineren
veiligheid - vrijheid - gelijkheid
Belang
zo veel mogelijk land
een staakt-het-vuren

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag 18 oktober
M. Opdrachten over maatschappelijke functies + nieuws en beeldvorming
L. Begrippen uit KO - flitskaartjes - leerdoel blz. 19

Slide 4 - Tekstslide

Functies van de media
1. INFORMATIEVE  functie: er is vrije informatie zodat we op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland. 

2. CONTROLE- of WAAKHONDfunctie: de media houdt politici in de gaten. Ze kijken of zij hun werk goed doen.

3. SOCIALISERENDE  functie: media heeft invloed op jouw normen en waarden. Het kan ons daarnaast ook verbinden. 

Slide 5 - Tekstslide

Als ik een wedstrijd van het Nederlands elftal op televisie kijk voel ik me echt een ''Nederlander''
A
Dit hoort bij de informatieve functie
B
Dit hoort bij de controle- waakhondfunctie
C
Dit hoort bij de socialiserende functie

Slide 6 - Quizvraag

Het is goed dat de media onderzoekt of er fouten zijn gemaakt! Bijvoorbeeld de toeslagenaffaire.
A
Dit hoort bij de informatieve functie
B
Dit hoort bij de controle- waakhondfunctie
C
Dit hoort bij de socialiserende functie

Slide 7 - Quizvraag

Het is fijn dat het politieke debat werd uitgezonden. Nu weet ik de standpunten van alle partijen en kan ik een verstandig besluit nemen bij het stemmen.
A
Dit hoort bij de informatieve functie
B
Dit hoort bij de controle- waakhondfunctie
C
Dit hoort bij de socialiserende functie

Slide 8 - Quizvraag




1. Actuele gebeurtenis 


Een actuele gebeurtenis is een gebeurtenis dat kort geleden heeft plaatsgevonden. 




Slide 9 - Tekstslide





2. Bijzondere gebeurtenis 


Als iets niet vaak voortkomt of het is uitzonderlijk dan wordt dat een bijzondere gebeurtenis genoemd. 

Slide 10 - Tekstslide





3. Dichtbij of veraf 


Journalisten kijken ook of het dichtbij of veraf is. Dus, vinden de mensen het hier interessant? 

Slide 11 - Tekstslide




4. Belangrijk voor de samenleving 


Als het gevolgen heeft voor de samenleving of het heeft te maken met de samenleving schrijven journalisten hierover. 

Slide 12 - Tekstslide

Persvrijheid en Censuur
  • Persvrijheid = de vrijheid van journalisten om ongehinderd berichten te kunnen publiceren.
  • Persvrijheid is onderdeel van de vrijheid van meningsuiting.
  • Censuur = publicaties in de media worden door de overheid gecontroleerd. 

Slide 13 - Tekstslide

Persvrijheid

Slide 14 - Tekstslide

Nepnieuws
"Nieuws dat niet op waarheid is berust"

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Beeldvorming

Het vormen van een beeld van iets, iemand of een situatie
(invloed van de media is groot)

Feiten en Meningen

Slide 17 - Tekstslide

Objectief of subjectief

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link