atelier 6.1 + delend lidwoord

 Delend lidwoord
Jullie kennen al het bepaald en onbepaald lidwoord maar nu komt daar ook het delend lidwoord bij. 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Delend lidwoord
Jullie kennen al het bepaald en onbepaald lidwoord maar nu komt daar ook het delend lidwoord bij. 

Slide 1 - Tekstslide

lidwoorden
We onderscheiden  3 soorten lidwoorden:

bepaald lidwoord              duidelijk waar het om gaat
          de/het
onbepaald lidwoord         onduidelijk waar het om gaat
         een
delend lidwoord                 deel van een groter geheel
  geen vertaling NL             bijv. ik neem water ( dan bedoel je niet al het water                                                        op de wereld maar een glas, flesje of slokje)

Slide 2 - Tekstslide

overzicht lidwoorden
Schrijf over in je schrift!
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
onbepaald
'een'
un
une
des
bepaald
'de/het'
le
l' 
(klinker of
la
l'
stomme h) 
les
delend
'geen vertaling NL'
du
de l'
(klinker of
de la
de l'
stomme h)
des

Slide 3 - Tekstslide

Traduis:
de koffie
A
un café
B
du café
C
le café

Slide 4 - Quizvraag

Traduis:
een cola
A
un coca
B
le coca
C
du coca

Slide 5 - Quizvraag

Traduis:
water
A
l'eau
B
une eau
C
de l'eau

Slide 6 - Quizvraag

Traduis:
eieren
A
un oeuf
B
les oeufs
C
l'oeuf
D
des oeufs

Slide 7 - Quizvraag

de vis
een vis
vis
de croissant
een croissant
croissant
un poisson
un croissant
du croissant
du poisson
le poisson
le croissant

Slide 8 - Sleepvraag

PAAD werkwoorden
bij werkwoorden van voorkeur of afkeer is het verplicht een bepaald lidwoord te gebruiken. 
PAAD:   préférer  -  adorer - aimer - detester
       schrijf bovenstaande ook in je schrift!
J'aime le pain
Je déteste le jus d'orange

Slide 9 - Tekstslide

Traduis:
Ik hou van cola
A
j'aime du coca
B
j'aime le coca
C
j'aime un coca

Slide 10 - Quizvraag

Traduis:
Hij heeft een hekel aan koffie
A
Il déteste le café
B
Il deteste un café
C
Il déteste du café

Slide 11 - Quizvraag

Traduis:
Wij zijn dol op muesli
A
nous adorons les céréales
B
nous adorons le céréales
C
nous adorons du céréales
D
nous adorons des céréales

Slide 12 - Quizvraag

Tourne la roue: on cherche quel mot?
Voer de woorden in op de volgende dia, 6x draaien!

Slide 13 - Tekstslide

réponses de la roue:

Slide 14 - Open vraag

Traduis:
Ik eet brood en kaas

Slide 15 - Open vraag

Traduis:
Jij houdt van chocopasta

Slide 16 - Open vraag

Traduis:
Zij serveert vis en wijn.

Slide 17 - Open vraag

Traduis:
Zij hebben een hekel aan vlees

Slide 18 - Open vraag

Devoirs
F. test op quizlet
Et. stencil bon appétit FR-NL

Slide 19 - Tekstslide