In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
herhaling paragraaf 6.1 en 6.2
Slide 1 - Tekstslide
Overheid
De overheid in Nederland bestaat uit drie lagen, namelijk:
1. Het Rijk
2. De provincies
3. De gemeente
Slide 2 - Tekstslide
Het Rijk
De rijksoverheid (het Rijk) neemt beslissingen die belangrijk zijn voor het hele land.
Ministers komen met maatregelen, deze moeten goedgekeurd worden door de 1ste en 2de kamer.
De Tweede Kamer wordt door de bevolking gekozen. Op deze manier heb je als burger invloed op de plannen van de ministers.
Slide 3 - Tekstslide
De provincie
Het bestuur van de provincie is verantwoordelijk voor de indeling van het grondgebied. Zij bepaalt onder andere:
waar steden en dorpen mogen uitbreiden;
waar een industrieterrein mag komen;
waar wegen moeten komen.
Slide 4 - Tekstslide
De gemeente
De gemeente regelt alles in je woonplaats.
De burgemeester en de wethouders besturen de gemeente. De gemeenteraad moet hun plannen goedkeuren.
De gemeenteraad wordt democratisch gekozen door de bevolking.
Slide 5 - Tekstslide
Waterschap
De waterschappen beheren het water in hun gebied. Ze zijn verantwoordelijk voor de beveiliging tegen overstromingen en het zuiveren van het afvalwater.
Slide 6 - Tekstslide
Wat behoort niet tot de 3 lagen van de overheid?
A
het Rijk
B
Provincie
C
Gemeente
D
Hoofdsteden
Slide 7 - Quizvraag
Welke begrippen horen er op de plaats van de vraagtekens te staan?
De plannen van de burgemeester en ? moeten worden goedgekeurd en gecontroleerd door de ?.
A
wethouders & gemeenteraad
B
gemeenteraad & wethouders
C
de rijksoverheid & wethouders
D
de rijksoverheid & gemeenteraad
Slide 8 - Quizvraag
Welke sector?
Collectieve sector
Particuliere sector
Slide 9 - Sleepvraag
Goederen + diensten waar alle burgers gebruik van kunnen maken en geleverd worden door de overheid zijn...
A
Collectieve goederen
B
Particuliere goederen
C
Collectieve sector
D
Particuliere sector
Slide 10 - Quizvraag
Accijns + subsidies
Accijns gebruikt de overheid om bepaalde producten duurder te maken, omdat deze slecht zijn voor het milieu of de gezondheid.