In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Fenotype en genotype
Slide 1 - Tekstslide
Erfelijkheid
Slide 2 - Woordweb
Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat een genotype, wat een fenotype en wat een gen is.
Je kunt beschrijven hoe individuen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen aan hun nakomelingen en welke rol chromosomen hierbij spelen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Fenotype = het uiterlijk van een organisme
Genotype = de informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een organisme
Gen = een deel van een chromosoom met informatie voor één erfelijke eigenschap
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 9
Hebben de rups en de vlinder hetzelfde genotype?
Hebben de rups en de vlinder hetzelfde fenotype?
timer
5:00
Slide 6 - Tekstslide
Hebben de rups en de vlinder hetzelfde genotype?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Hebben de rups en de vlinder hetzelfde fenotype?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Een jongen gaat in de zomervakantie bij een tuincentrum werken. Hij krijgt eelt op zijn handen. Verandert hierdoor het genotype van deze jongen?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
De jongen blijft zijn verdere leven veel met zijn handen werken. Hij heeft veel eelt op zijn handen. Hij krijgt twee kinderen. Erven deze kinderen de eigenschap 'eelt op de handen' van hun vader?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Het genotype wordt bepaald bij de bevruchting
Slide 11 - Tekstslide
Het fenotype komt tot stand door het genotype en door invloeden uit het milieu.