Thema 3 Erfelijkheid en evolutie BS 1 en 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Erfelijkheid

Leerdoelen

• Je kunt omschrijven wat een genotype, wat een fenotype en wat een gen is. 
  
• Je kunt beschrijven hoe individuen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen aan hun nakomelingen en welke rol chromosomen hierbij spelen. 

Fenotype = het uiterlijk van een organisme

Genotype = de informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een organisme

Gen = een deel van een chromosoom met informatie voor één erfelijke eigenschap

Hebben de rups en de vlinder hetzelfde genotype?

1. Ja
2. Nee

Hebben de rups en de vlinder hetzelfde fenotype?

1. Ja
2. Nee

Een jongen gaat in de zomervakantie bij een tuincentrum werken. Hij krijgt eelt op zijn handen. Verandert hierdoor het genotype van deze jongen?

1. Ja
2. Nee

De jongen blijft zijn verdere leven veel met zijn handen werken. Hij heeft veel eelt op zijn handen. Hij krijgt twee kinderen. Erven deze kinderen de eigenschap 'eelt op de handen' van hun vader?

1. Ja
2. Nee

Het genotype wordt bepaald bij de bevruchting

Het fenotype komt tot stand door het genotype en door invloeden uit het milieu.

Maak een samenvatting
van de uitleg

lichaamscellen	geslachtscellen
46 chromosomen 23 paar chr - 22 normale paren - 1 paar geslachtschr Man : XY Vrouw: XX	23 chromosomen geen paren - 22 normale chr - 1 geslachtschr zaadcel: X of Y eicel: X

Wat is een gen?

1. 1 chromosoom met 1 erfelijke eigenschap
2. een deel van een chromosoom met 1 erfelijke eigenschap
3. 1 chromosoom met meerdere eigenschappen
4. een deel van een chromosoom met meerder eigenschappen

hoeveel genen bevat een chromosoom?

1. 1
2. 2
3. 20
4. heel veel

Hoeveel chromosomen heeft een zenuwcel van een mens?

1. 23
2. 46
3. 2

Hoeveel geslachtschromosomen heeft een zenuwcel van een mens?

1. 1
2. 2
3. 23
4. 46

Hoeveel geslachtschromosomen heeft een eicel van een mens?

1. 23
2. 2
3. 1

Hoeveel genen bevat een levercel voor de eigenschap huidskleur?

1. 1
2. 2
3. 23
4. 46

Welk geslachtschromosoom/somen heeft een huidcel van een jongen, XX, XY, X of Y?

1. XX
2. Y
3. X
4. XY

www.npostart.nl