Standplaatsgebondenheid

Standplaatsgebondenheid
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Standplaatsgebondenheid

Slide 1 - Tekstslide


Gebondenheid aan tijd en plaats
  • De tijd waarin je leeft en de plaats waar je woont hebben invloed op hoe je over dingen denkt.
  • Jij denkt anders over dingen van iemand die 100 jaar geleden jouw leeftijd had.
  • Als jij een bron leest of bekijkt moet je daar altijd rekening mee houden. De tijd en de plaats waarin de maker leefde hebben die bron beïnvloed.

Slide 2 - Tekstslide

Standplaatsgebondenheid = historisch begrip
Een mening wordt bepaald door:
  • de persoonlijke omstandigheden (bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, opvoeding, opleiding, godsdienst en persoonlijke ervaringen)
  • de sociale positie (heerser of de geregeerde, rijk of arme, autochtoon of allochtoon) 
  • historische situatie waarin iemand leeft (economische crisis, oorlog, standenmaatschappij, klimaatkennis).

Slide 3 - Tekstslide


Vragen die je kan stellen
  • Waarom doen mensen wat ze doen? En waarom denken mensen wat ze denken? 
  • Vroeger waren die omstandigheden en gewoonten anders dan nu. Als je weet om welke tijd het gaat, bedenk dan wat je van die tijd weet. 
  • Waar leefden mensen van? Welke problemen waren er? Welke gewoonten, gebruiken en kennis hadden ze?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is standplaatsgebondenheid?

Slide 5 - Open vraag

Levenslijn
Jullie gaan oefenen met standplaatsgebondenheid door een levenslijn te maken. Je krijgt zo dadelijk een aantal gebeurtenissen uit de Nederlandse opstand te zien. In de levenslijn ga je per gebeurtenis aangeven wat de mening van Willem van Oranje en Filips II hierover was. Hoe je dat doet leg ik stap voor stap uit. 

Slide 6 - Tekstslide

Teken de grafiek na
Ik ga een grafiek tekenen op het whiteboard. Teken de grafiek na. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe werkt het?
Per gebeurtenis ga je bedenken wat Willem van Oranje en Filips II ervan vonden. Als Willem van Oranje een gebeurtenis helemaal niks vind zet je een stip bij -5. Vindt Filips II de gebeurtenis juist wel heel goed dan zet je voor Filips in een andere kleur een stip bij 5. Zie het voorbeeld op het bord. 

Slide 8 - Tekstslide

Gebeurtenis 1
Margaretha van Parma gaat akkoord met het Smeekschrift.

Slide 9 - Tekstslide

Gebeurtenis 2
De Beeldenstorm begint.

Slide 10 - Tekstslide

Gebeurtenis 3
Alva komt naar de Nederlanden om de Beeldenstormers te straffen.

Slide 11 - Tekstslide

Gebeurtenis 4
De watergeuzen nemen Den Briel in.

Slide 12 - Tekstslide

Bespreken!

Slide 13 - Tekstslide