T6 B1 V

B1 Reageren op je omgeving
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 48 t/m 51
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de 5 zintuigen benoemen
  • Je kunt het verschil tussen een prikkel en een impuls uitleggen.
  • Je kunt beschrijven welke invloed een prikkel op een impuls heeft en andersom.
  • Je kunt beschrijven wat een adequate prikkel is
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

B1 Reageren op je omgeving
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 48 t/m 51
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de 5 zintuigen benoemen
  • Je kunt het verschil tussen een prikkel en een impuls uitleggen.
  • Je kunt beschrijven welke invloed een prikkel op een impuls heeft en andersom.
  • Je kunt beschrijven wat een adequate prikkel is

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Wat zijn zintuigen?
  • Prikkels en impulsen
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Welke zintuigen ken jij?

Slide 3 - Woordweb

Zintuigen:
  • Ogen
  • Oren
  • Tong
  • Neus
  • Huid
Prikkels:
  • Licht
  • Geluid
  • Smaken
  • Geuren
  • Temperatuur, druk, structuren, pijn

Slide 4 - Tekstslide

Prikkels en impulsen
  • Prikkels = invloeden van buitenaf
  • Zintuig zet prikkel om in impuls
  • Impuls is een signaal in de zenuwen

Slide 5 - Tekstslide

Welke prikkels zijn er in deze situatie?

Slide 6 - Open vraag

Impulsen
Impulsen = signalen in zenuwen
Zintuig ---> hersenen 
Hierdoor merk je dat je iets ruikt
Hersenen ---> spieren
Hierdoor kun je je arm bewegen

Slide 7 - Tekstslide

Welke prikkel(s) zijn belangrijk in deze situatie, en wat zullen de hersenen laten gebeuren?
Je bent aan het koken. Je pakt een pan bij het metalen handvat. De pan heeft al 10 minuten op het fornuis gestaan.

Slide 8 - Open vraag

Soorten prikkels
  • Sommige prikkels zijn te zwak, onder drempelwaarde van zintuig : je merkt ze niet op
  • Adequate prikkel = prikkel die bij zintuig hoort, lage drempelwaarde
  • Niet-adequate prikkel = prikkel die niet bij zintuig hoort, hoge drempelwaarde

Slide 9 - Tekstslide

Prikkels verwerken
  • Gewenning: gewend aan prikkel, drempelwaarde wordt hierdoor hoger, je merkt het niet meer (zo snel)
  • Motivatie: hersenen kunnen drempelwaarde verhogen of verlagen 
  • Beïnvloeding: Hersenen veranderen de waarneming van zintuigen.
Na een tijdje kleren dragen, merk je dat niet meer.
Als je goed oplet, wordt drempelwaarde van je gehoor lager. je hoort net wat beter
Bij gezichtsbedrog worden de hersenen voor de gek gehouden

Slide 10 - Tekstslide

2

Slide 11 - Video

00:00-00:10
Hoe vaak gooit het witte team de bal over?

Slide 12 - Tekstslide

00:49
Wat gebeurde hier?
A
Door gewenning zag je de beer niet
B
Door motivatie zie je de beer niet
C
Door beïnvloeding zie je de beer niet
D
De beer was niet een adequate prikkel

Slide 13 - Quizvraag

Pijn
  • Pijn wordt gevoeld door pijnpunten overal in je lichaam
  • Mechanische pijnprikkel: Ontstaat door snee, stoot, etc
  • Thermische pijnprikkel: Ontstaat door hitte of kou
  • Chemische pijnprikkel: Ontstaat door een stof in je lichaam

Slide 14 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 48 t/m 51 
  • Maken Opdr. 1 t/m 5 blz. 46

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 15 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 48 t/m 51
  • Maken Opdr. 1 t/m 5 blz. 46

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 16 - Tekstslide