Week 17 - les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc A et B (les mots)

* Bloc D: la grammaire

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* ken je de woorden van bloc A en B.

* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.

* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.

* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc A et B (les mots)

* Bloc D: la grammaire

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* ken je de woorden van bloc A en B.

* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.

* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.

* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Ex. 10c (p. 56)

1. touristen van 12 tot 18 jaar

2. omdat hij mails verwacht van mensen die bij hem een rondleiding komen volgen

Ex. 10d

	Waar	Wat doe/zie je?	Route
1	Montmartre	Sacre Coeur/schilderswijk	zie boek
2	Notre-Dame	kathedraal	metrolijn 4 St. Michel + lopend
3	Louvre	piramide/museum	5-10 min lopen
4	Champs-Elysées	winkelen	per fiets

Ex. 10e

Welke bezienswaardigheid trekt jou het meest?

Ex. 11a (p. 56)

1. la boulangerie
2. le cinéma
3. le restaurant
4. le magasin
5. le théâtre
6. le marché 

Ex. 11b

1. avec
2. nord
3. direction
4. traverser
5. continuer
6. visiter
7. quartier
8. grijze kolom = endroit, betekenis is plek/plaats

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc A et B (les mots)

* Bloc D: la grammaire

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* ken je de woorden van bloc A en B.

* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.

* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.

* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Traduis:
l'ouest

1. het zuiden
2. het westen
3. het oosten
4. het noorden

Traduis:
à pied

1. te voet, lopend
2. met de fiets
3. met de auto
4. met de trein

Traduis:
parce que

1. omdat
2. de bakkerij
3. waarom
4. je wilt

Traduis:
la direction

1. de directie
2. de richting
3. het strand
4. de bakkerij

Traduis:
ici

1. hier
2. daar
3. waar
4. met de fiets

Traduis:

Houd p. 78 erbij.

1. Wij bezoeken de winkel

2. Het is rechtdoor en dan naar rechts

3. Je wilt lopend oversteken

4. Ik kom aan in de wijk (in = dans)

5. Omdat het ver is

Corriges!

1. Nous visitons le magasin (of: On visite le magasin)
2. C'est tout droit et ensuite à droite
3. Tu veux traverser à pied
4. J'arrive dans le quartier
5. Parce que c'est loin

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc A et B (les mots)

* Bloc D: la grammaire

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* ken je de woorden van bloc A en B.

* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.

* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.

* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Bloc D (p. 60)

* Ex. 16a: docent spreekt zinnen uit, zet aan het einde van de zin een ? of een . 

Wat valt op?

Een vraag stellen

Hoe maak je een vraag in het Frans?

-> door van de punt een vraagteken te maken :)

Il est dans la classe. -> Il est dans la classe?

Makkelijk hè!

Vervolg

Woordvolgorde in het Frans:

Onderwerp - alle werkwoorden - lijdend voorwerp - tijd/plaats

Il - est - dans la classe. 

Bij de vertaling in het NL kan het zijn dat de volgorde wat verandert.

Vraagwoorden

Vragen stellen met vraagwoorden:

où = waar

quand = wanneer

comment = hoe

combien (de) = hoeveel

pourquoi = waarom

qui = wie (denk aan kiwi)

qu'est-ce que = wat

Welke ken je al? 

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc A et B (les mots)

* Bloc D: la grammaire

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* ken je de woorden van bloc A en B.

* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.

* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.

* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Au travail!

* Faites ex. 16f et 17 (helemaal maken!)

* Temps: 10 minutes

* Travail individuel ou avec le prof

* Questions? Posez-les!

* Prêt? Apprenez bloc A et B

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc A et B (les mots)

* Bloc D: la grammaire

* Au travail

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* ken je de woorden van bloc A en B.

* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.

* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.

* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

La fin!

Wat heb je geleerd deze les?

Huiswerk

Faire: ex. 16f et 17 (na de meivakantie af!)

Apprendre: bloc A, B et D

Zoek de juiste vertaling!

qui

où

combien (de)

qu'est-ce que

comment

quand

pourquoi

waar

wanneer

hoe

hoeveel

waarom

wie

wat