CE Nederlands 3F

CE (centraal examen) 3F
- Je krijgt 120 minuten de tijd
- Lezen/luisteren is één examen en je krijgt één cijfer.
- Dit examen telt voor 50% mee.

- Eerst krijg je een aantal leesteksten, daarna een aantal luisterteksten.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

CE (centraal examen) 3F
- Je krijgt 120 minuten de tijd
- Lezen/luisteren is één examen en je krijgt één cijfer.
- Dit examen telt voor 50% mee.

- Eerst krijg je een aantal leesteksten, daarna een aantal luisterteksten.

Slide 1 - Tekstslide

TEKSTDOELEN

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welk tekstdoel heeft het filmpje over de appie-app?
A
instructief
B
overtuigend
C
informerend
D
amuserend

Slide 4 - Quizvraag

Tekstdoel

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van de schrijver? De lezer informeren
A
over het nut van een Nationale Begroetingsdag.
B
over verschillende manieren om elkaar te begroeten.
C
over zijn eigen ervaringen met het begroeten van mensen.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

De opbouw van een tekst

Slide 8 - Tekstslide

Hoe begint de schrijver de tekst?
A
Hij geeft een aantal nuttige tips.
B
Hij maakt een probleem duidelijk.
C
Hij noemt persoonlijke ervaringen.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Waarom spreekt de arts hier van 'tragedie'?
A
Omdat er een patiënt is overleden
B
De patiënt had langer geleefd als hij gezond was
C
De arts mist zijn I-pod
D
Er worden te veel fouten gemaakt.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Welk probleem wordt besproken in het fragment
A
Slechte beheersing van de Nederlandse taal
B
Hun zoon haalt alleen maar onvoldoendes
C
Allochtonen hebben te weinig kennis van de Nederlandse taal

Slide 13 - Quizvraag


Jongens zijn niet bang

De lastige positie van jongens met een angststoornis

(1) Ruim 10 procent van de jongeren van 13 jaar en ouder heeft een angststoornis. Het gaat hier vooral om sociale en specifieke fobieën. Meisjes hebben er vaker last van dan jongens. 

(2) Het is in principe normaal dat een jongere angsten heeft. Vaak zijn het goede reacties op bepaalde gebeurtenissen. Angsten worden een probleem als ze langer duren dan verwacht mag worden op grond van de aanleiding, het functioneren van de jongere negatief beïnvloeden of wanneer de jongere onder de angsten lijdt (Nederlands Jeugdinstituut, 2020). 

(3) De zeventienjarige Hakim kampt sinds twee jaar met een angststoornis. 'Ik weet nog precies wanneer ik voor het eerst een paniekaanval had; ik zat in de metro op weg naar school. Van het ene op het andere moment begon mijn hart als een gek te bonzen en brak het zweet me uit. Ik dacht meteen: ik heb een hartaanval. Vroeger dacht ik altijd dat alleen ouderen een hartaanval konden krijgen, maar een paar maanden daarvoor was Nouri ineens op het voetbalveld in elkaar gezakt. Die gebeurtenis heeft grote indruk op me gemaakt. Niet alleen op mij trouwens; op alle jongens in mijn omgeving.'  

Slide 14 - Tekstslide





4. Wat betekent 'in principe' in alinea 2?
A
Dat iedere jongere aanleg heeft voor het ontwikkelen van angsten.
B
Dat iedere jongere met normen last heeft van angsten.
C
Dat iedere jongere met een mening last heeft van angsten.
D
Dat iedere jongere in beginsel angsten heeft.

Slide 15 - Quizvraag


Jongens zijn niet bang

De lastige positie van jongens met een angststoornis

(1) Ruim 10 procent van de jongeren van 13 jaar en ouder heeft een angststoornis. Het gaat hier vooral om sociale en specifieke fobieën. Meisjes hebben er vaker last van dan jongens. 

(2) Het is in principe normaal dat een jongere angsten heeft. Vaak zijn het goede reacties op bepaalde gebeurtenissen. Angsten worden een probleem als ze langer duren dan verwacht mag worden op grond van de aanleiding, het functioneren van de jongere negatief beïnvloeden of wanneer de jongere onder de angsten lijdt (Nederlands Jeugdinstituut, 2020). 

(3) De zeventienjarige Hakim kampt sinds twee jaar met een angststoornis. 'Ik weet nog precies wanneer ik voor het eerst een paniekaanval had; ik zat in de metro op weg naar school. Van het ene op het andere moment begon mijn hart als een gek te bonzen en brak het zweet me uit. Ik dacht meteen: ik heb een hartaanval. Vroeger dacht ik altijd dat alleen ouderen een hartaanval konden krijgen, maar een paar maanden daarvoor was Nouri ineens op het voetbalveld in elkaar gezakt. Die gebeurtenis heeft grote indruk op me gemaakt. Niet alleen op mij trouwens; op alle jongens in mijn omgeving.'  

Slide 16 - Tekstslide





2. Wat is de lead van deze tekst?
A
Jongens zijn niet bang
B
De lastige positie van jongens met een angststoornis
C
Jongens met een angststoornis hebben het zwaarder dan meisjes.
D
Het Nederlands Jeugdinstituut

Slide 17 - Quizvraag