Retrieval Practice Proefwerk 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Proefwerk 1:
Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2

Lesdoel(en)

Aan het einde van de les....

• Weet ik wat ik moet leren van hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2
  
  
• Heb ik geoefend met de paragrafen aan de hand van RTTI-vragen. 

Wat moet ik leren? 

• Hoofdstuk 1: paragraaf 1 t/m 4 
• Hoofdstuk 2: paragraaf 1 t/m 3
• Dikgedrukte begrippen (blauw + zwart) van deze paragrafen
• Kijk eens op LessonUp, Magister.me, Teams en TestFox voor de presentaties, samenvattingen en antwoorden.

Kernbegrippen

Kan je een zin met het begrip maken?
Kan je het begrip tekenen?

Hoofdstuk 1

Bevolkingspolitiek
Speciaal Economische Zone
Urbanisatie tempo
Bodemerosie

Hoofdstuk 2
Endogene krachten

Exogene krachten
Gletsjer

Meander

Begrippen tekenen:

Meanderen

Plooiingsgebergte
Gletsjer

Lengteprofiel rivier

"U-" en "V-"dal

Bevolkingsdichtheid	Bevolkingspolitiek	SEZ
Verstedelijking	Keerzijde groei	Rivieren in China
Gebergte vorming	Gletsjers	Meanderen

H1: Globalisering in China 

1.1 Bevolking in ruimte

• Leeg westen, vol oosten: waarom deze bevolkingsspreiding?  
  
  
• Bevolkingspolitiek: wat was de éénkindpolitiek en wat waren de gevolgen? 
  
  
• Bevolkingsdiagram: welke trends kan ik aflezen
  van deze diagram? 

Samenvatting 1.1

Leeg westen, vol oosten

► In China wonen 1,4 miljard mensen. De bevolkingsspreiding is erg ongelijk. Het oosten is dichtbevolkt, het westen dunbevolkt door ongunstige natuurlijke factoren: woestijnen (te droog) en bergen (te hoog, te koud).

● In China zijn grote verschillen in neerslag. In het zuidoosten valt de meeste regen. Richting het noordwesten wordt het steeds droger.

● Een groot deel van China is bergachtig. Het reliëf lijkt op een trap met drie treden:

■ Hoogland van Tibet (Tibetaans Hoogland) op zo’n 4.500 m hoogte. Landschap: toendra met altijd bevroren ondergrond. Het is het brongebied van grote rivieren.

■ Hoogvlakten van 1.000 tot 2.000 m hoog met woestijnen, steppen en akkerbouwgebieden.

■ Laagvlakte (0 tot 200 m) met delta’s van grote rivieren. Het is een dichtbevolkt, verstedelijkt gebied.

Bevolkingspolitiek

► Chinese bevolkingspolitiek: maatregelen om het aantal en de spreiding van de bevolking te veranderen.

● Tussen 1979 en 2015: eenkindpolitiek. Het bevolkingsdiagram van China laat zien dat het aandeel 65-plussers in de bevolking stijgt: vergrijzing. Dat komt door een daling van het aantal kinderen en een stijging van de levensverwachting.

■ Sinds 2015: twee kinderen toegestaan. Maar Chinezen zijn gewend aan kleine gezinnen. De opleiding van kinderen is duur. En een groot gezin is lastig te combineren met werk.

● Bij bevolkingspolitiek gaat het ook over de spreiding van de bevolking. De regering wil de bevolking beter verdelen over het land door migratie vanuit het oosten naar het westen.

Etnische minderheden

► In het volle oosten wonen Han-Chinezen die de Chinese taal spreken en Chinese leefgewoonten hebben. In het lege westen wonen andere etnische groepen, met een eigen cultuur. Ze zijn in de minderheid in China. Je noemt ze etnischeminderheden maar in de dunbevolkte woestijn- en berggebieden in het westen, noorden en zuiden zijn ze in de meerderheid.

● Minderheidsgebieden verchinezen. De massale migratie van Han-Chinezen brengt welvaart en Chinese cultuur. Nadeel: achterstelling oorspronkelijke bevolking. Zij krijgen de mindere baantjes en verliezen hun eigen cultuur. De regering treedt streng op tegen kritiek en protesten.

■ Voorbeeld: de Oeigoeren, een Turks steppevolk. Hun taal: Oeigoers, hun godsdienst: islam.

Mini SO 1.1

R	3p	Geef drie verklaringen waarom de bevolkingsdichtheid in het oosten van China hoger is in vergelijking tot de rest van het land.
T1	3p	Gebruik de bron. Welke drie trends zijn zichtbaar in de bron?
T2	2p	China verplaatst een groot deel van haar economische activiteiten naar het binnenland. Geef hiervoor een mogelijke verklaring.
I	2p	Sinds mei 2021 laat China haar tweekindpolitiek los. Verklaar waarom de overheid van China hiertoe besloten heeft.

Houdt PTD aan

1.2  Van kopiëren tot innoveren 

• Wat is het verschil tussen een gesloten en een open economie?
  
  
• Wat zijn SEZ's? En waarom zorgen deze voor regionale welvaartsverschillen in China?
  
  
• Waarom verschuift de industrie van het kustgebied nu naar het binnenland? 

Samenvatting 1.2

Mini SO 1.2

R	3p	Benoem drie aantrekkingsfactoren die Speciaal Economische Zones hebben voor multinationale ondernemingen.
T1	3p	Gebruik de bron. Benoem (1p), beschrijf (1p) en verklaar (1p) het proces dat zichtbaar is in de bron.
T2	2p	Nederland investeert net als China ook veel in de kenniseconomie. Beschrijf hoe (1p) en waarom (1p) Nederland dit doet.
I	2p	In de toekomst zal China niet meer de "werkplaats van de wereld zijn". Geef hiervoor een verklaring.

Houdt PTD aan

1.3 Migratie en verstedelijking

• Massale trek van platteland naar stad, wat zijn de push- en pullfactoren?

• Wat zijn gevolgen van urbanisate? 
  
  
• Hoe zorgt de regering ervoor
  dat het platteland niet leegloopt?

Smog

Samenvatting 1.3

Mini SO 1.3

R	3p	Benoem drie push- en pullfactoren.
T1	3p	Gebruik de bron. (1p) Welke trend is zichtbaar in de bron? (2p) Verklaar deze trend.
T2	2p	China heeft een hoge urbanisatietempo. Benoem twee maatregelen die China kan nemen zodat dit afremt.
I	2p	Gebieden met een hoge urbanisatiegraad behoren niet automatisch tot de welvarende regio's. Geef hiervoor een verklaring.

Houdt PTD aan

1.4 Water in China

• Wat is de verschillen tussen Huang He (gele rivier) 
  en Jangtsekiang (blauwe rivier)? 
  
  
• Wat zijn stuwdammen en wat kunnen we ermee?
  
  
• Het zuiden heeft wateroverschot, het noorden
  watertekort. Hoe willen ze het water beter verdelen?

Samenvatting 1.4

Mini SO 1.4

R	3p	Beschrijf drie overeenkomsten en/of verschillen van de gele rivier en de blauwe rivier in China.
T1	3p	Gebruik de bron. Stuwdammen hebben voor- en nadelen. Vul de tabel in.
T2	2p	Gebruik de bron. Welke maatregelen kunnen in dit gebied genomen worden waardoor de hoge mate van bodemerosie te verminderd wordt.
I	2p	Als gevolg van klimaatveranderingen veranderd ook het debiet en regiem van de beide rivieren. Geef hiervoor een verklaring.

Houdt PTD aan

     uizlet begrippen hoofdstuk 1

https://quizlet.com/_a1bwx1?x=1jqt&i=1fo1jg

https://quizlet.com/_a1bwx1?x=1jqt&i=1fo1jg

     toets hoofdstuk 1

https://quizlet.com/606897253/test

https://quizlet.com/606897253/test

H2: Van de bergen naar de zee 

2.1 De vorming van de Alpen

• convergentie
• opstuwing land
• plooiingsgebergte 

Klik op de illustratie 

2.1 De vorming van de Alpen

Jong gebergte
hoog, steile helling, spitse top, diepe dalen

Oud gebergte
lager, flauwe helling, afgeronde top, 

2.1 De vorming van de Alpen

Erosie

Het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind.

Verwering

Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.

Sedimentatie

Afzetting van materiaal dat is meegenomen door water, wind of ijs.

Jong (plooiings)gebergte

Oud (plooiings)gebergte

Samenvatting 2.1

Mini SO 2.1

R	3p	Benoem drie exogene processen.
T1	3p	Gebruik de bron. (1p) Welke plaatbeweging is zichtbaar in de bron? (2p) Beschrijf hoe plooiingsgebergte ontstaat.
T2	2p	Gebruik de bron. Beschrijf of de bron een oud- of jonggebergte laat zien. Leg je antwoord uit.
I	2p	Als gevolg van klimaatveranderingen veranderd ook het landschap in de Alpen. Beredeneer of de verweringsprocessen in het gebied sneller of langzamer zullen verlopen. Leg je antwoord uit.

Houdt PTD aan

2.2 Riveren van ijs

In het verleden waren de Alpen
bedekt met gletsjers

Door mechanische verwering
veel losste stenen

1. gletsjerpoort

2. eindmorene

3. gletsjerrivier

4. zijmorene

5. gletsjer

Samenvatting 2.2

Mini SO 2.2

R	3p	Hoe ontstaan gletsjers?
T1	3p	Gebruik de bron. (1p) Wat is een morene? (2p) Welke morenen zijn zichtbaar in de bron?
T2	2p	Gebruik beide bronnen. In de bron is een "V-dal" zichtbaar in een "U-dal". Verklaar hoe dit landschap is ontstaan.
I	2p	Het smelten van de gletsjers als gevolg van klimaatverandering biedt naast risico's ook kansen en mogelijkheden. Geef hiervan een tweetal voorbeelden.

Houdt PTD aan

2.3 Het stroomgebied van de Rijn

• Bovenloop = rivier snijdt in het landschap, hoge stroomsnelheid, geen meanders ivm snelheid
  
  
• Middenloop = rivier gaat langzamer, snijdt minder in het landschap, gaat meanderen
  
  
• Benedenloop = traag, breed en vlak rivierdal, delta, veel sedimentatie 

2.3 Meanders 

• Ontstaan door verschil in 
  stroomsnelheid binnen-buitenbocht
  
  
• erosie en sedimentatie 
  
  
• Hoefijzermeer 

Samenvatting 2.3

Mini SO 2.3

R	3p	Benoem tenminste één kenmerk van de: (1p) bovenloop, (1p) middenloop en de (1p) benedenloop.
T1	3p	Gebruik de bron. (1p) Beschrijf wat je ziet; (2p) Beschrijf hoe dit landschap is ontstaan.
T2	2p	Als gevolg van verstening en ontbossing in de boven- en middenloop heeft Nederland te maken met een hogere overstromingsrisico. Leg dit voor beide voorbeelden uit.
I	2p	Benoem twee maatregelen die Nederland kan nemen waardoor het overstromingsrisico zal afnemen.

Houdt PTD aan

2.4 Kustvormen 

Afbraakkust
- hard + zacht gesteente
- zacht gesteente verdwijnt door erosie
- sterke terugstroom van water

Aanslibbingskust
- golven glijden de kust op

- zand wordt afgezet

- zwakke terugstroom 

     uizlet begrippen hoofdstuk 2

https://quizlet.com/_a1by7r?x=1jqt&i=1fo1jg

https://quizlet.com/_a1by7r?x=1jqt&i=1fo1jg

     toets hoofdstuk 2

https://quizlet.com/606898935/test

https://quizlet.com/606898935/test

Voor meer informatie bekijk je
de losse LessonUp lessen

De vaksectie aardrijkskunde wenst je alvast veel succes met het maken van je toets. Neem gerust contact op met je docent als je aanvullende vragen hebt.

Wat voor cijfer zou je halen voor proefwerk 1?

010