Thema 7 Ecologie en milieu B7 Voedselproductie

Thema 7 Ecologie en milieu





B7
Voedselproductie
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 7 Ecologie en milieu





B7
Voedselproductie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen B7
  • Je kent beschrijven hoe in de landbouw wordt toegewerkt naar een optimale voedselproductie
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water en mogelijke oplossingen daarvoor beschrijven

Begrippen:
Persistent, soortspecifiek, accumulatie, biologisch afbreekbaar, biologische bestrijding, bemesting, eutrofiering, waterbloei, veredeling

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Manieren om voedselproductie te verhogen
  • bemesting
  • bescherming van landbouwgewassen en landbouwhuisdieren tegen ziekten en plagen
  • aanpassing van de erfelijke eigenschappen van landbouwgewassen en landbouwhuisdieren 

Effecten voedselproductie op het milieu: bodem uitgeput, biodiversiteit neemt af en leefomgeving verslechtert

Slide 4 - Tekstslide

Bestrijding van ziekten en plagen
  • mechanisch
       - het vangen of wegjagen van dieren (door bijv. vallen of vogelverschrikkers). Door 
          gewenning wordt dit minder effectief. 
       - Maar onkruid kun je ook mechanisch bestrijden met behulp van werktuigen, machines en 
         gereedschappen.
  • chemische bestrijding: pesticiden (herbiciden en insecticiden)

Deze zijn erg effectief, maar:
- niet soort-specifiek, dus nuttige dieren gaan ook dood
- organismen kunnen resistent (ongevoelig) voor gif worden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Resistentie bij chemische bestrijding

Slide 7 - Tekstslide

Pesticiden
Pesticiden zijn ook persistent
ze worden niet of nauwelijks langs natuurlijke weg afgebroken. 
Gevolg accumulatie....






Pesticiden komen deels in het oppervlaktewater terecht. Een ander deel komt in het grondwater en zodoende ook in ons drinkwater...

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Maak opdracht 51 en 52

Slide 15 - Tekstslide

Bemesting
Abiotische omstandigheden die geregeld worden:  
- bodembewerking
- bescherming tegen ziekten en plagen 
- Anorganische stoffen (voedingszouten) in de bodem

Anorganische stoffen (voedingszouten) verdwijnen doordat:
1. gewassen van het land weggehaald worden (oogsten)
2. door regen op een kale bodem mineralen uitspoelen naar diepere lagen.

Slide 16 - Tekstslide

Bemesting:
kunstmest (NO3- of PO43-) of drijfmest
Drijfmest (urine en uitwerpselen van dieren, vermengd met stro) wordt door reducenten afgebroken, zodat de mineralen beschikbaar komen voor de planten.

Effeciënte landbouwmethoden verbouwen in monocultuur: op een grote oppervlakte staat één soort gewas.  
Nadeel plaagvorming en ziektes

Een plaag kan ontstaan door: 
1 groot voedselaanbod 
2 ontbreken van natuurlijke vijand

Slide 17 - Tekstslide

Water
Het water op aarde is aanwezig als oppervlaktewater of als grondwater. Oppervlakte water is naast rivieren en sloten ook de bovenste laag van zeeën en oceanen.

Vervuiling van oppervlaktewater komt via natuurlijke weg: dode resten van planten en dieren. Reducenten zetten dit om in anorganische stoffen. Dit is het zelfreinigende vermogen van water.

Slide 18 - Tekstslide

Eutrofiëring en waterbloei

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Verandering van erfelijke eigenschappen
  • veredelen of fokken: nakomelingen met de meest gunstige eigenschappen worden geselecteerd om verder te kruisen. Hierdoor worden de meest gunstige eigenschappen in de nakomelingen gekregen.

  • genetische modificatie: DNA wordt veranderd of ingebracht, eventueel van een ander soort, om de gewenste eigenschappen te krijgen, bijv resistentie bij planten.

Slide 21 - Tekstslide

Plantenveredeling

Slide 22 - Tekstslide

Fokken
Bij dieren wordt kunstmatige inseminatie toegepast om goede eigenschappen door te geven of IVF, waarbij veel draagkoeien gebruikt worden om veel nakomelingen van een goede stier en een goede koe tegelijkertijd te krijgen.

Slide 23 - Tekstslide

Maak opdracht 20 t/m 27

Klaar? Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf

Neem daarna de leefwereldcontext 'Ben jij klaar voor het eten van insecten?' door en maak opdracht 28




Slide 24 - Tekstslide

Lesafsluiter B7

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Hoeveel procent was je score?

Slide 27 - Open vraag

Maak een mindmap met alle begrippen van B7 en lever die hieronder in als foto...

Slide 28 - Open vraag

Nog een extra video over
diverse vormen van landbouw en visserij

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video