Adjectives + Adverbs

ADJECTIVES + ADVERBS
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

ADJECTIVES + ADVERBS

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
Je snapt het verschil tussen een bijwoord (adverb) en een bijvoeglijk naamwoord (adjective)

Je kunt adverbs op een goede manier gebruiken in een zin

Slide 2 - Tekstslide

Adjectives/Adverbs

Slide 3 - Woordweb

Adjective = bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 4 - Tekstslide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.

Mary sings beautifully.
I am eating an amazingly delicious steak right now.
Hopefully, she will call me back later.


Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY
IC - ALLY
(fantastic - fantastically)
Y - ILY
funny - funnily

Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen:


good - well
quite - quite
fast - fast
hard - hard
long - long

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

DUS...

Ron is a careful driver.

Ron drives carefully.

Slide 9 - Tekstslide

EN...

Ron is a good driver

Ron drives well

Slide 10 - Tekstslide

EN...

She is a bad singer

She sings badly

Slide 11 - Tekstslide

My aunt always cries very ___!
A
loud
B
loudly

Slide 12 - Quizvraag

Do you know that ___ song?
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 13 - Quizvraag

My mum will buy me some .... birthday presents!
A
beautiful
B
beautifully

Slide 14 - Quizvraag

Wow, Justin sings ___!
I absolutely love him.
A
fantastic
B
fantastically

Slide 15 - Quizvraag

I .... worked on my test.
A
confident
B
confidently

Slide 16 - Quizvraag

Beyoncé dances ___, doesn't she?
A
fabulous
B
fabulously

Slide 17 - Quizvraag

Vinny plays rugby very ___.
A
good
B
well

Slide 18 - Quizvraag

Hermione ___ answered the question.
A
happy
B
happily

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Link