2.2 Stromingen in de samenleving

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie was het staatshoofd in 1815?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem van Oranje

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen die meer inspraak en vrijheid in de politiek wilden noemen we ...
A
Liberalen
B
Conservatieven

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie bedacht de nieuwe grondwet van 1848 ?
A
Koning Willem I
B
Minister Thorbecke
C
Koning Willem II
D
Minister Rutte

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is NIET waar?
Na 1848 ....
A
kregen de burgers meer vrijheden
B
kreeg het parlement meer te zeggen.
C
mocht de koning alles beslissen in het land
D
mochten alleen rijke mannen stemmen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe waren de omstandigheden waarin de mensen woonden en werkten?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een industriële samenleving?
A
Mensen woonden op het platteland en waren boer.
B
Mensen woonden in de steden en werkten in fabrieken

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat er met de sociale kwestie bedoeld wordt.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Stromingen in de samenleving

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij weleens ergens voor gestemd?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlement = Eerste en Tweede Kamer

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd het kiesrecht uitgebreid?

  • 1815: Alleen rijke mannen mochten
      stemmen.
  • 1917: Algemeen kiesrecht voor mannen,
      kiesrecht voor vrouwen.
  • 1919: Algemeen kiesrecht voor iedereen.

Parlementaire democratie: het parlement heeft de hoogste macht en wordt door het volk gekozen. 

Slide 22 - Tekstslide

Afbeelding 1: Rellen op de Alexanderplatz in Berlijn, 1848. Kiesrecht voor rijke mannen.
Afbeelding 2: In 1848 had ongeveer 11% van de mannen kiesrecht. Later werd dit uitgebreid naar 50%, maar nog steeds mochten alleen de rijken stemmen. Deze poster roept mannen op hun handtekening te zetten onder een petitionnement, een verzoek aan de Tweede Kamer. Op de poster luidt een arbeider met opgestroopte mouwen de klok om zijn mening hoorbaar te maken. Op de achtergrond verdrijft de zon de wolken, als teken voor het goeds dat algemeen kiesrecht brengt.
Afbeelding 3: Bekendmaking algemeen kiesrecht in 1917. Hoe hoger de hoed, hoe rijker de man. Vrouwen pas twee jaar later.
Afbeelding 4: Vrouwen kregen in 1917 alleen passief kiesrecht. Dat betekende dat zij zich verkiesbaar mochten stellen, maar zelf niet konden stemmen. Net als de mannen, organiseerden vrouwen zich in verenigingen en hielden zij demonstraties. Deze vrouwen in Friese klederdracht trokken de aandacht voor vrouwenkiesrecht bij een demonstratie in Amsterdam. In 1919 werd de grondwet aangepast en kregen vrouwen ook actief kiesrecht.

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Voor 1815 was er alleen kiesrecht voor:
A
Mannen
B
Vrouwen met een hoog inkomen
C
Mannen met een hoog inkomen
D
Vrouwen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"In een democratie beslist de meerderheid"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"In een land met een parlement heeft één persoon alle macht"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
"Toen alle burgers kiesrecht kregen, werd Nederland een parlementaire democratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

liberaal
communist
feminist
conservatief
confessioneel
Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid
iemand die in de politiek streeft naar gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen en verbruiksgoederen
iemand die streeft naar de gelijke behandeling van mannen en vrouwen
iemand die in de politiek streeft naar behoud van bestaande toestanden
iemand die in de politiek uitgaat van het geloof

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke strijd werd er over het onderwijs gevoerd?
  • 19e eeuw: Veel kinderen niet naar school.
  • De overheid wil dat kinderen wel naar
      school gaan → leerplichtweg (1901) en
      oprichting openbare scholen

  • Emancipatie: het krijgen van gelijke kansen
      en wegwerken van achterstanden.

  • Confessionelen wilden lesgeven in
      godsdienst en richtten eigen scholen op.

  • Politieke partijen werden opgericht met als
      doel financiering van bijzondere scholen.

  • 1917: Nieuwe onderwijswet.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heel Nederland kan je opdelen in twee soorten scholen:
A
Kleuterscholen en Universiteiten
B
VMBO en MBO scholen
C
Christelijke en Islamitische scholen
D
Openbare en bijzondere scholen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de 4 is GEEN bijzondere school?
A
Christelijke school
B
Openbare school
C
Islamitische school
D
Vrije school

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn socialisten?
A
Mensen met een bepaalde godsdienst
B
Mensen die meer gelijkheid voor arbeiders wilden
C
Mensen die alles wilden houden zoals het was.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Kader / Gemengde leerweg
2.2 Stromingen in de samenleving
Lezen: blz. 58, 59 en 60
Maken: 1 t/m 2

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
  • Ga naar 2.2 'Stromingen in de samenleving'
  • Maak de opdrachten

  • Klaar met de opdrachten van paragraaf 2.2? --> Aan de slag met de keuzeopdracht en topo

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies