In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Pleunie Mansvelt
p.mansvelt@roc-nijmegen.nl
Slide 2 - Tekstslide
Wie zijn jullie?
Maak een alliteratie met jouw naam.
Gebruik de eerste letter van jouw naam om een woord te bedenken dat bij jou past.
Bijvoorbeeld: Vrolijke Vroni, Enthousiaste Erik.
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Inhoud vak Nederlands
Lesmateriaal
Lesmateriaal activeren
Begin niveautoets
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Waarom is het belangrijk om goed Nederlands te kunnen?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Nederlands
Vaardigheden:
lezen
luisteren
schrijven
spreken
gesprekken voeren
Jaarlijn op Teams (4v1 - Nederlands - bestanden)
Slide 10 - Tekstslide
Nederlands examens
Leerjaar 1:
IE gesprekken voeren
IE schrijven
Leerjaar 2:
CE lezen/luisteren
IE spreken
Herkansingen
Slide 11 - Tekstslide
Lesmateriaal
Via studiemeter.nl:
Studiereader Starttaal 3F
Studiemeter Starttaal Online 3F
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Niveautoets
Ga naar studiemeter.nl
Ga naar lesmateriaal > TNT
Maak de niveautoets
Slide 14 - Tekstslide
Voor de volgende les...
zorg je dat je het digitale lesmateriaal hebt geactiveerd!
Slide 15 - Tekstslide
www.rtlnieuws.nl
Slide 16 - Link
GP mag wel, festivals mogen niet: dit is het beleid (en wat daaraan schuurt)
Lees de tekst.
Markeer de 5 belangrijkste woorden.
Slide 17 - Tekstslide
Discussieer
Maak duo's en discussieer over de stelling.
Als sportevenementen mogen doorgaan, dan mogen festivals dat ook.
timer
5:00
Slide 18 - Tekstslide
Tekststructuren
Slide 19 - Tekstslide
probleem - oplossing
In de inleiding wordt het probleem geschetst. In de rest van de tekst worden een of meer oplossingen uitgewerkt.
In de inleiding van een krantenartikel wordt het probleem geschetst dat veel jongeren een gameverslaving hebben. In de rest van het krantenartikel wordt behandeling in een professionele verslavingsinstelling als oplossing uitgewerkt.
Slide 20 - Tekstslide
standpunt - argument
In de inleiding wordt het standpunt genoemd. In de rest van de tekst worden een of meer argumenten uitgewerkt.
In de inleiding van een column neemt een schrijver het volgende standpunt in: ‘Sociale media zijn een gevaar voor het leerproces’. In de rest van de column werkt de schrijver zijn argument uit: sociale media leiden te veel af waardoor studenten niet aan leren toekomen.
Slide 21 - Tekstslide
beschrijving
In de inleiding wordt het onderwerp genoemd. In de rest van de tekst wordt het onderwerp uitgewerkt.
In de inleiding van een artikel in de mbo-krant wordt het onderwerp iPadonderwijs genoemd. In de rest van de tekst wordt beschreven wat iPad-onderwijs inhoudt.
Slide 22 - Tekstslide
verklaring
In de inleiding wordt een verschijnsel beschreven. In de rest van de tekst worden eventuele redenen en oorzaken uitgewerkt.
In een webtekst wordt het verschijnsel cyberpesten beschreven. In de rest van de webtekst wordt uitgelegd waarom cyberpesten een groeiend probleem is.
Slide 23 - Tekstslide
voor- en nadelen
In de inleiding wordt een verschijnsel, maatregel of ontwikkeling genoemd. In de rest van de tekst worden de positieve en negatieve kanten hiervan belicht.
In een artikel in een populair wetenschappelijk tijdschrift wordt de ontwikkeling van de zorgrobot als vervanging van menselijke zorg besproken. In de rest van het artikel worden de voor- en nadelen van de zorgrobot als vervanging van menselijke zorg uitgewerkt.
Slide 24 - Tekstslide
Programmeren als vak van de toekomst
Lees de tekst --> kijk bij 'theorie 1 Een tekst verkennend lezen'
Bepaal wat de tekststructuur is.
Slide 25 - Tekstslide
Programmeren als vak van de toekomst
In de inleiding krijg je de aanwijzing dat deskundigen van mening verschillen over het leren programmeren op jonge leeftijd.
In de tweede alinea van de tekst schetst de schrijver het eigenlijke probleem: Volgens onderzoek van de Europese Commissie is er over vijf jaar een groot tekort aan programmeurs in Nederland.
In de rest van de tekst geeft de schrijver een oplossing voor dit probleem: zet het vak programmeren op het schoolrooster. Vervolgens laat hij deskundigen hun mening geven over deze oplossing.
De tekst heeft een probleem – oplossingsstructuur.