Examenvoorbereiding Sem 1 S6

Examenvoorbereiding Sem 1 S6
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary Education

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examenvoorbereiding Sem 1 S6

Slide 1 - Tekstslide


50% 

ZAKELIJKE TEKST MET VRAGEN

50% 

SCHRIJFODPRACHT OVER "HET MOOIS DAT WE DELEN"

Slide 2 - Tekstslide

1. IS DEZE TEKST EEN 
UITEENZETTING, BESCHOUWING OF BETOOG?

Slide 3 - Tekstslide

In een uiteenzetting
A
staan meer feiten dan standpunten
B
wil de schrijver de lezer tot nadenken brengen
C
wil de schrijver de lezer overtuigen
D
wil de schrijver ons informeren

Slide 4 - Quizvraag

In een beschouwing
A
staan alleen maar feiten
B
staan feiten en meningen
C
wil de schrijver ons overtuigen
D
wil de schrijver ons tot nadenken brengen

Slide 5 - Quizvraag

Een krantenartikel met als titel "Vakbonden bij luchtverkeersleider Skeyes dienen stakingsaanzegging in" wil
A
amuseren
B
overtuigen
C
informeren
D
beschouwen

Slide 6 - Quizvraag

Een krantenartikel met de titel: Is België nog wel een democratische rechtsstaat?
wil

Slide 7 - Open vraag

2. WAT IS DE HOOFDGEDACHTE VAN DEZE TEKST?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

3. WELKE ALINEA / ALINEA´S OMVAT/TEN DE INLEIDING

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

WAT IS HET TEKSTDOEL?
A
INFORMEREN
B
UITEENZETTEN
C
ACTIVEREN
D
AMUSEREN

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

HOE INTRODUCEERT DE SCHRIJVER HET ONDERWERP
A
DOOR ÉÉN OF MEERDERE VRAGEN TE STELLEN
B
DOOR DE OPBOUW VAN HET ARTIKEL AAN TE KONDIGEN
C
DOOR EEN MENING TE VERKONDIGEN
D
DOOR EEN PROBLEEM TE FORMULEREN

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

HOE TREKT DE SCHRIJVER DE AANDACHT IN DEZE INLEIDING
A
DOOR IN TE SPELEN OP DE ACTUALITEIT
B
DOOR EEN VOORBEELD TE GEVEN
C
MET EEN STATEMENT
D
MET EEN CITAAT

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

WAT IS DE FUNCTIE VAN DIT SLOT
A
EEN AFWEGING
B
EEN TOEKOMSTVOORSPELLING
C
EEN OPROEP
D
EEN CONCLUSIE

Slide 20 - Quizvraag

STANDPUNT OF ARGUMENT?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

SCHOLEN ZOUDEN BETER ELKE WOENSDAG ONLINE LES GEVEN
HELEMAAL MEE ONEENS
ONEENS
NEUTRAAL
EENS
HELEMAAL EENS

Slide 23 - Poll

BIJ VOETBALWEDSTRIJDEN MOETEN WE DE SCHEIDSRECHTER OP HET VELD AFSCHAFFEN EN VERVANGEN DOOR EEN VIDEOREF
HELEMAAL ONEENS
ONEENS
NEUTRAAL
EENS
HELEMAAL EENS

Slide 24 - Poll

VIER BOEKEN PER JAAR IS TE VEEL VOOR HET VAK NEDERLANDS
HELEMAAL ONEENS
ONEENS
NEUTRAAL
EENS
HELEMAAL EENS

Slide 25 - Poll

EEN ________________ IS EEN UITSPRAAK OF BEWERING OVER EEN BEPAALD ONDERWERP
A
STELLING
B
STANDPUNT
C
ARGUMENT
D
ARGUMENTATIE

Slide 26 - Quizvraag

EEN SCHRIJVER OF EEN SPREKER NEEMT EEN ______________ IN OVER EEN STELLING.
A
STELLING
B
STANDPUNT
C
ARGUMENT
D
ARGUMENTATIE

Slide 27 - Quizvraag

EEN SCHRIJVER OF SPREKER PROBEERT ZIJN STANDPUNT TE BEWIJZEN MET
A
STELLING
B
STANDPUNT
C
ARGUMENTEN
D
ARGUMENTATIE

Slide 28 - Quizvraag

SOORTEN ARGUMENTEN

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Soaps kunnen verslavend zijn. Kijk maar naar mijn buurvrouw die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat kijkt.  
Je kan je kleding maar beter niet via internet bestellen. Ik heb daar geen goede ervaringen mee.
Soaps zijn erg populair. Op de Nederlandse zenders worden per dag gemiddeld zes soaps uitgezonden. 
Mariëlle houdt waarschijnlijk niet van ‘Blind Getrouwd’. Ze heeft immers ook de pest aan al die datingshows op tv. 
ervaring (empirisch argument)
vergelijking (analogie)
voorbeeld
controleerbare feiten

Slide 32 - Sleepvraag

De KLM moet nodig op zoek naar een fusiepartner; anders gaat het bedrijf binnen de kortste keren failliet. 
De nieuwe roman van Herman Koch overtreft al zijn eerdere werk, zoals de criticus van NRC Handelsblad terecht opmerkt. 
Mensen moeten geen vlees eten. Dieren zijn ook levende wezens, die net zo veel recht op een lang en gelukkig leven hebben als mensen. 
Ik vind die nieuwe roman erg goed. Ik kan me echt inleven in de hoofdpersoon en het boek is nog spannend ook. 
Zo veel mogelijk landen moeten hun munt inwisselen voor de euro. Dat is gunstig voor het betalingsverkeer en zal de concurrentiepositie van Europa ten goede komen. 
moreel argument 
emotioneel argument 
ongewenst gevolg 
nut of gewenst gevolg 
gezag of autoriteit 

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Tekstslide

oefen verder online:
https://www.cambiumned.nl/oefenen/argumenteren/

 

Slide 35 - Tekstslide

Welke 3 dingen vertellen ons iets over de betrouwbaarheid?

Slide 36 - Woordweb

3 BELANGRIJKE CRITERIA OM BETROUWBAARHEID AAN AF TE METEN
  • de bron van het artikel
  • de autoriteit van de schrijver/schrijfster
  • de publicatiedatum

Slide 37 - Tekstslide

HOE KLAAR VOEL JIJ JE VOOR DIT EXAMEN?
HELEMAAL KLAAR
KLAAR
IK WEET HET NIET
NIET KLAAR
ABSOLUUT NIET KLAAR

Slide 38 - Poll

SCHRIJFOPDRACHT 
HET MOOIS DAT WE DELEN

Slide 39 - Tekstslide

HET MOOIS DAT WE DELEN - SCHRIJFOPDRACHTEN

Slide 40 - Tekstslide

TIPS
  1. Lees de vraag goed! Beantwoord de vraag
  2. Geef je tekst een titel!
  3. Selecteer relevante informatie!
  4. Structureer je gedachten in inleiding - middenstuk -slot
  5. Let op je taalgebruik! Vermijd taal- en spelfouten!

Slide 41 - Tekstslide