Klas 1 week 21 les 2 dinsdag fysiek

Bonjour et 
bienvenue!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bonjour et 
bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat Franse woorden herhalen die te maken hebben met muziek en instrumenten
Wat ga je doen?
Ga naar SlimStampen Chapitre 7

Klik op:
Overhoren voca Chapitre 7 F-N

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:

- Weet ik wat de bedoeling is t.a.v. de eindversie van het portfolio
- Weet ik waar ik op moet letten bij het opzoeken van woorden in het woordenboek
- Heb ik SPV geoefend




Slide 4 - Tekstslide

Woorden opzoeken:
Woorden opzoeken Nederlands-Frans
In het woordenboek vind je de vertaling van woorden. Maar let op: sommige woorden hebben meer dan één betekenis. Die worden in het woordenboek genummerd.
De betekenis die het meest voorkomt, staat vooraan. Kijk dus eerst altijd goed naar de verschillende betekenissen en kies daarna pas de vertaling die het beste in de zin past.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden:
arm = le bras (lichaamsdeel) - pauvre (weinig geld)
propre = schoon of eigen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

SPV ex. 28 a

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg eindversie Portfolio
Bij Bronnen vind je een lijst met mogelijke verbeterpunten t.a.v. de eindversie van jouw portfolio.

Uiterlijke inleverdatum = 22 juni
Eerder mag natuurlijk ook!

Slide 9 - Tekstslide

Il y a des questions?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Opdracht 28a + b
Maak de opdracht op papier of in Word
Doe daarna de spreekopdracht van 28b
> A: (Groet en vraag hoe het gaat).

< B: (Groet terug en zeg hoe het gaat).
> A: Qu’est-ce qu’on va faire (noem de dag).
< B: (Zeg dat je het niet weet).
Zie volgende slide








Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 28a + b
> A: Il fait (vertel wat voor weer het is). On va (noem een activiteit)?
< B: (Zeg dat het oké is of stel een andere activiteit voor).
> A: On se voit où?
< B: On se voit (noem een plek). À (noem een tijdstip)?
> A: (Zeg dat het oké is).
< B: (Neem afscheid).








Slide 13 - Tekstslide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire
In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 14 - Tekstslide

Au revoir

Slide 15 - Tekstslide