antwoorden bespreken les di 1 juni

• Klassieke Talen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

antwoorden bespreken

vragen bij r.71 t/m 82

1. a) ‘coniugis (deceptae)’ gaat over Dido – Leg uit dat ze hier een beetje overdrijft.

b) Leg uit dat de woordplaatsing van ‘effusis sanguinolenta comis’ bijdraagt aan het beeld dat we in deze zin krijgen.

Ze is erg verdrietig (eerste woord dat we horen)

en bebloed

en haar haren hangen los (ongewoon voor nette vrouwen)

doordat 'effusis comis' als het ware om 'sanguinolenta' heen staat zie de haren van Dido om het bebloede hoofd hangen

2. ‘Quid t/m putes’ is een vraag. Leg in eigen woorden uit wat Dido hier nu eigenlijk vraagt.

3. Van welk woord hangen ‘pelagique’ en ‘tuaeque’ af?

1. da
2. breve
3. saevitiae
4. spatium

4. Bedenk een mooiere vertaling voor ‘futura…est’ dan ‘zal…zijn’.

5. Citeer het Latijnse woord uit r.72 dat NIET op het plaatje te zien is:

1. tristis
2. effusis
3. comis
4. sanguinolenta

1. ‘nec mihi tu curae’ – Dido zegt dat het haar niets uitmaakt wat het met Aeneas zou doen, waar geeft ze dan wel om?

1. om zijn nieuwe vaderland
2. om zijn 'plichten'
3. om zijn nieuwe vrouw
4. om zijn geld

2. r.79 en 80 zijn vraagzinnen. Beargumenteer of dit om retorische vragen gaat.

ja

nee

3. In r.81 en 82 maakt Dido een (voor Romeinse begrippen) beste heftig verwijt. Leg dit uit.

Een goede en 'pius' man zorgde altijd voor zijn vader (is zijn stamouder-familie-voortkomst etc) én de Penaten (huisgoden die jou en je familie beschermen). Om je daar niet om te bekommeren is een heftig verwijt.

Snap je waar dit stukje over gaat?

ja helemaal

ja grotendeels

nee niet echt