Th 3 BS 2 Longventilatie

Th 3 BS 2 Longventilatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecondary Education

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 47 min

Onderdelen in deze les

Th 3 BS 2 Longventilatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt.
  2. Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen.
  3. Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interpleurale ruimte
Ruimte tussen longvlies en borstvlies, gevuld met vloeistof.

     In de interpleurale ruimte
 heerst een negatieve druk (lager dan de buitendruk)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaplong
Om longweefsel zit het longvlies. Deze ligt tegen het borstvlies aan.
Het borstvlies is vergroeid met de ribben en de tussenliggende spieren.

Als er lucht komt tussen het longvlies en het borstvlies is er sprake van een klaplong. De long ‘klapt’ in elkaar. Deze lucht kan met een drain worden verwijderd.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaplong

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

longventilatie
Longventilatie zijn de bewegingen die  nodig zijn om lucht van binnen naar buiten te krijgen en andersom.

Bij iedere ademhaling wordt het zuurstofgehalte verhoogd en bij iedere uitademing wordt het koolstofdioxidegehalte verlaagd.

Het koolstofgehalte in het bloed zorgt voor een ademprikkel in de hersenstam.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Borstademhaling
(ribademhaling)
Buikademhaling
(middenrifademhaling)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Borstademhaling

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buikademhaling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademprikkel
  • De chemoreceptoren (zintuigcellen) in de aortaboog meten de pCO2 van het bloed.
  • De zintuigcellen sturen impulsen naar het ademcentrum (hersenstam).
  • Het ademcentrum stuurt impulsen naar de tussenrib- en middenrifspieren
  • Je ademhaling (diepte/snelheid) wordt aangepast.




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekreceptoren
Rekreceptoren meten de mate van rekking in de longen. Bij het afgeven van een impuls wordt de inademing geremd.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademvolume
Het ademvolume is de hoeveelheid lucht die je uitademt in rust. Bij de inademing zijn er wel spieren betrokken. 
Binas 83B

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademvolume
Ademfrequentie: aantal ademhalingen per minuut (in rust: 15x per min).

Ademvolume: de hoeveelheid lucht die bij één ademhaling in- en uitademt (in rust: 500 mL). 

‘Dode ruimte’: deel waar geen diffusie van gassen optreedt, aan- en afvoerwegen (ong. 150 mL)

Effectieve luchtverversing per ademhaling = 350 mL

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling - frequentie
BINAS 83B

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling - volume
BINAS 83B

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling - volume
BINAS 83B
= inademings- reservevolume

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling - volume
BINAS 83B

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling - volume
BINAS 83B
= uitademings- reservevolume

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling - volume
BINAS 83B
Zonder restvolume klappen je longen in!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling - volume
BINAS 83B

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling - volume
BINAS 83B

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord = A
ANTWOORD = A

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord = A

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord: F

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies