24-09-27 Aflevertermijnen, FMD, Spécialité, AIS

Programma van vandaag

  • Vragen van jullie 
  • Terugkijken op het recept 
  • Vervolg doseringscontrole
  • Vervolg medicatiebewaking          FTP's  : 
       -  het ontstaan van interacties
       -  contra indicaties & intoleranties
       -  werking cyp-enzymen
  • Veilig werken op de werkvloer





 

Kennisbank, 
aflevertermijnen, FMD, Spécialité & AIS 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Programma van vandaag

  • Vragen van jullie 
  • Terugkijken op het recept 
  • Vervolg doseringscontrole
  • Vervolg medicatiebewaking          FTP's  : 
       -  het ontstaan van interacties
       -  contra indicaties & intoleranties
       -  werking cyp-enzymen
  • Veilig werken op de werkvloer





 

Kennisbank, 
aflevertermijnen, FMD, Spécialité & AIS 

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week de opdracht afkortingen gemaakt. Zijn daar nog vragen over, twijfel je over bepaalde afkortingen? 

Om straks goed advies te kunnen geven heb je veel kennis van gnm nodig. Lang niet alles kun je weten, verschillende informatiebronnen kun je raadplegen om tot een goed advies te komen voor patiënten. Maar dan moet je wel weten hoe je die informatie dient op te zoeken.  
Regels voor succes:

-  Je bent op tijd in de les.
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop mee
- Je telefoon staat op stil en zit in je tas
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt respect voor jouw medestudenten en docent
- Er wordt niet gegeten of gedronken in het lokaal
anders pas ik even op je telefoon 

Slide 2 - Tekstslide

Jullie kennen ze wel, maar eraan houden....
Hoofdstuk 1 - Klaarmaken van het recept

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma van vandaag

  • Vragen van jullie 
  • Het geneesmiddeldoosje
  • Werken met Kennisbank en andere informatiebronnen.
  • Les evalueren

Lesdoelen:
- Ik ken de hoeveelheden die voorgeschreven mogen worden (voorschrijftermijnen)
- Ik ken de termen specialité , generiek, octrooi en de afkortingen AV/UA/UAD/UR
- Ik weet waar FMD voor staat en wat het tot doel heeft.
- Ik weet op welke manier ik informatie over een gnm kan zoeken op Kennisbank



 

Slide 4 - Tekstslide

Planning bijna klaar. 
Kun jij lezen wat er op het recept staat?
2dd 1 gtt od betekent:
2 keer per dag 1 druppel in het

A
rechter oog
B
linker oog
C
weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend de afkorting
BDD op een recept

A
tweemaal per dag
B
driemaal per dag
C
weet ik niet

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Latijnse afkortingen
Afkorting
Latijns
Nederlands
R. 
Recipe 
neem 
S. 
Signa
schrijf op het etiket
iter.
iteratio
herhaal of herhaling
disp.
dispensa
lever af
u.c.
usus cognitus
gebruik bekend
o.d.s.
oculus dexter et sinister
rechter en linker oog
(d.) i.m.m.
(da) in manu medici
geef in handen van de arts
Uitspraak:                ∙ ae =  ee als in zee
                                 ∙ oe =  eu als in steun
                                 ∙ ei  =  gebroken ee-ie
                                 ∙ ie  =  gebroken ie-ee
Latijnse afkortingen
Er mogen geen onduidelijke doseringen op het recept staan. 
Uitzonderingen :
-antistollingsmiddelen → volgens trombosedienst
- insuline → afgestemd op bloedglucosespiegel
- basiscrèmes → zo nodig, afgestemd op de conditie van de huid

Slide 7 - Tekstslide

Ben jij al begonnen met het leren van de Latijnse benamingen? 
Naslagwerken in de apotheek
Naslagwerken in de apotheek 
KNMP Kennisbank en UI-line zijn abonnementen. 

Slide 8 - Tekstslide

Voor hoeveel dagen mag je afleveren bij een eerste uitgifte?

A
twee weken
B
30 dagen = 1 maand
C
90 dagen = 3 maanden
D
1 jaar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aflevertermijn van geneesmiddelen
Twee weken: voor eerste uitgifte en geneesmiddelen die in het algemeen kortdurend worden toegepast, bijvoorbeeld antibiotica.

Dertig dagen: voor geneesmiddelen waarbij het om farmacotherapeutische redenen (misbruik of gewenning) onwenselijk is dat deze voor een langere periode worden afgeleverd. (bijv. benzodiazepines en opiaten)

Drie maanden: voor geneesmiddelen die chronisch (kunnen) worden gebruikt

Eén jaar: bij anticonceptiva

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een spécialité is een geneesmiddel dat veelal niet vergoedt wordt door de zorgverzekeraar

Slide 12 - Poll

Waar,  meestal vergoed de zorgverzekeraar het goedkoopste gnm. 
Voor dure gnm gelden voorwaarden, soms dient een doktersverklaring ingevuld te worden. 
Specialité of generiek 
Specialité:  merknaam van het originele geneesmiddel

Generiek: stofnaam van het geneesmiddel (internationaal vastgestelde stofnaam)                       Een andere gebruikte uitdrukking voor een merkloos medicijn is "loco-preparaat"

Dan heb je daarnaast ook nog de parallel geïmporteerde geneesmiddelen. 


Octrooi: een octrooi beschermt een uitvinding op een technisch product of proces. Anderen mogen dan een product of proces dat op de uitvinding is gebaseerd, niet maken, gebruiken, te koop aanbieden, verkopen of invoeren gedurende de octrooiperiode (20 jaar).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling geneesmiddelgroepen 
Geneesmiddelen zijn er in 2 soorten: receptgeneesmiddelen en niet-receptgeneesmiddelen. Receptgeneesmiddelen zijn alleen op doktersrecept verkrijgbaar, via de apotheek.
UR - middelen = Uitsluitend Recept

De niet-receptgeneesmiddelen, ofwel zelfzorggeneesmiddelen, worden in de Geneesmiddelenwet ingedeeld in 3 groepen:
AV-middelen = Algemene Verkoop   
UA-middelen = verkoop Uitsluitend via Apotheek. 
UAD-middelen = verkoop Uitsluitend via Apotheken en Drogisterijen.

     Geneesmiddelen met de AV-status zijn geneesmiddelen met een verwaarloosbaar risico waardoor               deskundig toezicht bij de verkoop niet nodig is.

Slide 14 - Tekstslide

Het College ter Beoordeling van Gnm = CBG bepaalt of gnm toegelaten worden en ook in welke gnmgroep. 
Waarom UR: juiste diagnose nodig, medicatiebewaking erg belangrijk, medische begeleiding om bijw. te verminderen. Therapietrouw kan gevaarlijk zijn. Relatief nieuw gnm, parenterale toediening, schade bij overmatig gebruik. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FMD = Falsified Medicines Directive
Elke verpakking van een receptplichtig geneesmiddel in Europa moet vanaf 2019 een uniek serienummer hebben dat is vastgelegd in een centrale database. Apotheekmedewerkers mogen dan alleen nog medicijndoosjes met geldige serienummers uitgeven. Dit is een maatregel tegen vervalsing uit de Falsified Medicines Directive (FMD) van de Europese Commissie.
De datamatrix bevat naast het serienummer gegevens als; - de productcode, 
- het batchnummer, 
- de vervaldatum, 
- indien nodig ook het nationaal vergoedingsnummer.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AIS = apotheekinformatiesysteem

Wettelijk verplicht om op een etiket te vermelden:
 - naam van patiënt
- geneesmiddel met sterkte en aantal van uitgifte
- datum van gereedmaken
- naam van de apotheek en apotheker

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AIS = apotheek informatiesysteem

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat neem jij mee uit deze les?
Hoe heb jij deze les ervaren?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies