H1. Verlichting en Revolutie, 1780-1814


H1. Verlichting en revolutie (1780-1814)


Welke stappen zijn tijdens de Verlichting, de Bataafse Republiek en de Franse tijd gezet op de weg naar een democratische rechtsstaat in Nederland?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


H1. Verlichting en revolutie (1780-1814)


Welke stappen zijn tijdens de Verlichting, de Bataafse Republiek en de Franse tijd gezet op de weg naar een democratische rechtsstaat in Nederland?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een democratie?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een parlementaire democratie:

  • Demos = volk       Kratein = regeren/ heersen 
  • Het Parlement (de Tweede en Eerste Kamer samen) is de hoogste controlerende instantie.
  • Het bestaat uit gekozen vertegenwoordigers van het volk.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een rechtsstaat?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een rechtsstaat:
  • De grondwet is de basis voor alle wetten.
  • Wetten gelden voor iedereen. Iedereen is gelijk voor de wet.
  • Je kunt je gelijk krijgen bij onafhankelijke rechters.
  • Overheid legt verantwoording af aan volksvertegenwoordiging.

Rechtsstaat: een staat waarin de rechten en plichten van de burgers en de overheid zijn vastgelegd in wetten
Burger: inwoner van een land met rechten en plichten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 De Republiek in de 18e eeuw

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 De Republiek in de 18e eeuw
Kenmerken van het bestuur in de Republiek:
  • Geen eenheidsstaat: Staten Generaal voor defensie en buitenlandse politiek  
  • Politieke ongelijkheid: regenten hebben de macht
  • Juridische ongelijkheid:
      - standenmaatschappij
      - geen gelijkheid voor de wet
      - religieuze ongelijkheid
      - ongelijkheid tussen man en vrouw
  • Stadhouderschap vanaf 1766 erfelijk



Slide 7 - Tekstslide

De Republiek is geen democratie en geen rechtsstaat, want
De Republiek was een standenmaatschappij, mensen waren niet gelijk voor de wet.
De gewesten en steden hadden ieder hun eigen wetten en rechtspraak.
Op het platteland bestonden nog ‘heerlijke rechten’.
Er was religieuze ongelijkheid en ongelijkheid tussen de seksen.

Stadhouder in de Republiek 
Wie maakten de dienst uit?
Regenten + stadhouder.

Stadhouder was:
   - Opperbevelhebber van het leger.
   - Belangrijkste functionaris.

Hij was in de loop van de 18e eeuw op een koning gaan lijken:
   - Steeds meer macht.
   - Stadhouderschap was erfelijk (sinds 1766)
   - Hij had veel invloed in de stadsbesturen.


Slide 8 - Tekstslide

De Republiek is geen democratie en geen rechtsstaat, want
De Republiek was een standenmaatschappij, mensen waren niet gelijk voor de wet.
De gewesten en steden hadden ieder hun eigen wetten en rechtspraak.
Op het platteland bestonden nog ‘heerlijke rechten’.
Er was religieuze ongelijkheid en ongelijkheid tussen de seksen.

1.2 Verlichtingsideeën

Slide 9 - Tekstslide

Verlichting (stroming uit de 18e eeuw waarin het verstand centraal staat)
Andere manier van denken:
- Mens staat centraal.
- De mens maakt zijn eigen geluk.
- Regeerders / koningen krijgen hun macht niet van god (oude gedachtegang), maar van het volk.
Als er dus niet wordt geregeerd in het belang van het volk, mag het bestuur / een koning dus worden afgezet door het volk.
De mens is van nature vrij en gelijk.

1.3 Economische crisis
De Republiek had in de 17e eeuw een “Gouden Eeuw” gekend, maar na 1750 kwam hier verandering in: Het aandeel van de Republiek in de wereldeconomie werd kleiner!








Mensen zijn boos: onvrede in de Republiek
  • Armoede in de gewesten neem toe. 
  • Regentenfamilies verdeelden onderling de belangrijkste bestuursbanen.  
  • Ideeën van de verlichting spraken aan 
  • Kritiek op luxueuze leven stadhouder 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.4 Een opruiend geschrift
Joan Derk van der Capellen tot den Pol  schreef een pamflet: Aan het volk van Nederland (1781)
Kritiek op:
  • Willem V gedraagt zich als een vorst
  • Gebrek aan volksinvloed
  • Welvaart in de Republiek neemt af (stadhouder krijgt de schuld)

De schrijver riep de Nederlanders op:
  • Zichzelf te bewapenen
  • Machthebbers af te zetten
  • Zijn eigen regeerders te kiezen


In 1781 verschijnt dit anonieme pamflet
Aanhangers van deze verlichte ideeën worden patriotten genoemd

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1.5 De Patriotten
In de Republiek ontstaan twee “kampen”:
Patriotten:
  • Richtten vrijkorpsen (kleine vrijwilligerslegers) op
  • Utrecht was hun centrale punt: eerste democratische stadsbestuur
  • Wilden democratie en volkssoevereiniteit


Oranjegezinden/ prinsgezinden:
  • Steunden de stadhouder en zijn vrouw
  • Aanhangers van regenten

In 1787 komen patriotten in opstand en eisen gekozen bestuurders

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6 Goejanverwellesluis

Slide 13 - Tekstslide

Rechts: spotprent over de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen te Goejanverwellesluis die weggejaagd wordt als werkster (1795).

Stadhouder Willem V en zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen vluchten naar Nijmegen
Maar broer Wilhelmina, de koning van Pruisen, stuurt leger om orde te herstellen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar als de Fransen in 1795 de Nederlandse Republiek veroveren
Vlucht stadhouder Willem V naar Engeland.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.7 De eerste grondwet
1795: Bataafse Republiek (1795-1806): .  
  • Parlement (Nationale Vergadering) gekozen met algemeen mannenkiesrecht: democratie
  • Invoering grondwet met grondrechten: iedereen is gelijk, godsdienstvrijheid: rechtsstaat
  • Einde zelfstandige macht gewesten en steden: eenheidsstaat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.8 Het brugerlijk wetboek
In 1799 veranderde Napoleon met een staatsgreep Frankrijk in een dictatuur.  In 1804 kroonde Napoleon zich tot Keizer .

veranderingen:
  • Monarchie
  • Grondwet met beperkte grondrechten
  • Amsterdam wordt hoofdstad
  • invoering van een nationaal belastingstelsel
  • einde aan tolgrenzen tussen de gewesten
  • een nationaal onderwijsstelsel.
 Koning Lodewijk Napoleon
Koning van het Koninkrijk Holland

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Napoleon
  • Inlijving bij Frankrijk in 1810
  • Grondwet met beperkte grondrechten
  • Invoering burgelijk wetboek en wetboek van strafrecht (Code Napoléon); iedereen is voor de wet gelijk
  • Geboorte, huwelijk en overlijden aangeven bij overheid
  • Invoering achternamen
  • Invoering dienstplicht

De code Civil werd in 1838 vervangen door het Nederlandse Burgerlijk Wetboek.

Napoleon Bonaparte
Keizer van Frankrijk 1806-1815

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog?
1588-1795
1795-1806
1806-1810
1810-1813
1813- heden
Republiek der Nederlanden
Bataafse Republiek
Koninkrijk Holland
Franse provincie
Koninkrijk der Nederlanden
Democratische rechtsstaat
Constitutionele monarchie
Bestuur in handen van regenten
Koning
Lodewijk Napoleon
Invoering Code Napoléon

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
Wat?
Geef aan of je het eens bent met de volgende stelling: “Nederland werd tussen 1781 en 1813 steeds democratischer.”

Hoe?
Ga zelfstandig op onderzoek uit: Hoe democratisch was Nederland tussen 1781 en 1813 nou eigenlijk?

Klaar?
Maak opdracht 18 op blz. 22.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stelling: "Nederland is in de periode van 1781 tot 1813 democratischer geworden."

Beargumenteer of je het hier wel of niet mee eens bent.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De Republiek was in de achttiende eeuw een democratie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Republiek was in de achttiende eeuw een rechtsstaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Franse bezetting van Frankrijk is in drie periodes te verdelen. In welke periode hadden de Nederlandse burgers de meeste vrijheid en politieke rechten?
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Bataafse Republiek werd verlichte ideeën in praktijk gebracht. Wat werd niet ingevoerd?
A
B
C
D

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie maakte een einde aan de Bataafse republiek?
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies