Les week 3: stelsel sociale zekerheid

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een beetje interactief...
Actief meedoen = beter onthouden

Herhaling vorige les en nakijken/bespreken opdrachten

Log in, in de Lesson-Up. Geef je antwoorden individueel

Slide 4 - Tekstslide

Komtie weer: wat is het verschil tussen verzekeringen en voorzieningen?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Sociale zekerheid gaat over iedereen bestaanszekerheid geven: wat betekent dat?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Vind jij dat armoede bestaan in Nederlands en waarom wel of niet?

Slide 9 - Open vraag

Je hebt 2 soorten sociale verzekeringen.
De werknemersverzekeringen en de.....
A
Verzekeringen voor ZZP'ers
B
Volksverzekeringen
C
Toeslagen
D
Zorgverzekering

Slide 10 - Quizvraag

Welke voorbeelden ken je al van sociale voorzieningen?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Hoe lang mag je in de ziektewet zitten maximaal?
A
1 jaar
B
2 jaar
C
3 jaar
D
4 jaar

Slide 13 - Quizvraag

Stel: iemand is voor 80% afgekeurd, maar kan 20% belast worden met werken. Welke wet zorgt ervoor dat je salaris wordt aangevuld?
A
Inkomensvoorziening volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA)
B
Participatiewet (PW)
C
Regeling werkhervatting gedeeltelijke arbeidsongeschikten (WGA)
D
Ziektewet (ZW)

Slide 14 - Quizvraag

Heb je recht op een WW-uitkering als je zelf ontslag neemt?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Wie krijgen te maken met de wet langdurige zorg?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Participatiewet

Slide 18 - Tekstslide

Participatiewet
Vanaf 2013 maakt de verzorgingsstaat via de zorgzame samenleving plaats voor de participatiemaatschappij. Dat betekent dat de overheid veel meer uitgaat van de eigen kracht en zelfredzaamheid van iedereen.

Met andere woorden, Nederland verandert in een ‘doe-het-zelfmaatschappij’, die van mensen vraagt om steeds meer voor zichzelf en voor elkaar te zorgen. 

Slide 19 - Tekstslide

Noem minimaal 1 voordeel van de participatiewet

Slide 20 - Open vraag

Voordelen participatiewet
  • het is voor de overheid goedkoper;
  • iedereen doet naar vermogen en vanuit eigen kracht actief mee;
  • er is minder controle;
  • er zijn minder regels.

Slide 21 - Tekstslide

Noem minimaal 1 nadeel van de participatiewet

Slide 22 - Open vraag

Nadelen participatiewet
  • Zonder recht op zorg raken de kwetsbaren weer meer afhankelijk en ontstaat er meer druk op mantelzorgers en vrijwilligers.
  • Vrijwilligers en mantelzorgers zijn vaak ook ouderen
  • Het lijkt niet realistisch om te veronderstellen dat in de participatiemaatschappij niemand meer eenzaam achter de geraniums zit. Sommige mensen hebben geen familie of ondersteunend netwerk. Anderen hebben levenslang professionele hulp nodig. Die redden het niet op eigen kracht. Professionele zorg en ondersteuning zal dus altijd nodig zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe heet de uitkering die je ontvangt als je voor je 18e arbeidsongeschikt bent?
A
Bijstandsuitkering
B
Bijzondere bijstandsuitkering
C
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
D
Wajong uitkering

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel krijg je dan?
Mimimumloon vanaf 1 juli 2024 (bruto bedragen) + indicatie hoogte Wajong per leeftijd

Minimumloon per uur Indicatie Wajong per uur (75% van minimumloon)
Vanaf 21 jaar € 13,68 € 10,26
20 jaar € 10,94 € 8,21
19 jaar € 8,21 € 6,16
18 jaar € 6,84 € 5,13

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het doel van de WMO (wet maatschappelijke ondersteuning?)

Slide 27 - Open vraag

Vind je dat de overheid kan verwachten dat werkenden in hun vrije tijd behalve de zorg voor hun gezin ook nog eens de zorg voor hun demente tante Annie, de tuin van de buren en het draaien van een dienst in de voetbalkantine en in het buurthuis overnemen?
Ja
Nee

Slide 28 - Poll

WMO
Gericht op mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, d.m.v. maatwerkvoorziening (geen medische hulp). Voorbeeld van maatwerkvoorzieningen:
  • vervoersvoorziening;
  • individuele begeleiding;
  • beschermde woonplek;
  • dagbesteding op maat;
  • aanpassingen in de woning (bijvoorbeeld een traplift of een verhoogd toilet). 
  • ondersteuning van mantelzorgers;
  • huishoudelijke hulp (zoals hulp bij het opruimen, schoonmaken en ramen zemen);
  • maatschappelijke opvang (bijvoorbeeld blijf-van-mijn-lijfhuizen en daklozenopvang)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
Mijn.boom.nl
Licentie Knowhow: juridisch
Boek: sociaal zekerheidsrecht

 
Klas koppelen: SGR2-YGGE
Maken: hoofdstuk 5, opdracht 3 t/m 11. Kijk goed na of je antwoord klopt

Slide 31 - Tekstslide