9.2 Bloeddruk

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.2: Bloeddruk
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.2: Bloeddruk

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Terugblik practicum en afmaken
-Terugblik huiswerk en vragen bespreken
-Uitleg 9.2

Slide 2 - Tekstslide

Afmaken practicum
15 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik huiswerk 
opdr. 10 rekenen gelukt? 

Slide 4 - Tekstslide

Doel 9.2
Je leert hoe de bloeddruk tijdens de hartcyclus varieert in de onderdelen van het hart en in de bloedvaten




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bloeddruk - hart

Slide 7 - Tekstslide

Bloeddruk - hart

Slide 8 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Bij de systole van de kamers wordt per cyclus ongeveer 80 mL bloed de slagaders in geperst (in rust).
De slagaders rekken uit, dit gaat eerst makkelijk, daarna steeds moeilijker.
Bij het sluiten van de slagaderkleppen stijgt de bloeddruk eventjes weer.

Slide 9 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Systolische druk (bovendruk):
De bloeddruk die ontstaat in de slagaders tijdens het samentrekken van de linkerkamer.

Met een bloeddrukmeter te meten in kPa of mmHg.
16 kPa = 120 mmHg

Slide 10 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Diastolysche druk (onderdruk):
De bloeddruk in de slagaders tijdens de diastole, zonder hart-pomp-kracht dus.

Met een bloeddrukmeter te meten in kPa of mmHg.

Slide 11 - Tekstslide

Bloeddruk - meten
Systolische druk
Diastolische druk
Er stroomt alleen bloed als het hart pompt
Er stroomt de hele tijd bloed, ook als het hart niet pompt 

Slide 12 - Tekstslide

Nu en huiswerk
-Meet je bloeddruk

-Lees 9.2 en maak opdracht 3, 4, 6 en 7

Slide 13 - Tekstslide