9.2 Bloeddruk 5V 2122

vervolg hart en bloedsomloop
vervolg 9.1
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

vervolg hart en bloedsomloop
vervolg 9.1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Hoe stroomt het bloed in de embryonale bloedsomloop?
A
van linkerboezem naar aorta
B
van linkerkamer naar aorta
C
van rechterboezem naar aorta
D
van rechterkamer naar aorta

Slide 5 - Quizvraag

Wat is dan het verschil tussen de embryonale bloedsomloop en de normale bloedsomloop? Noem er 3.

Slide 6 - Open vraag

Stroomt het bloed door het ovale venster vooral van de linkerboezem naar de rechterboezem of andersom? (hint: waar stroomt meer bloed door, de longader of de holle aders?)
A
van linkerboezem naar rechterboezem
B
van rechterboezem naar linkerboezem

Slide 7 - Quizvraag

Soms sluit het ovale venster niet goed na de geboorte. Mensen met die aandoening hebben vaak een groter hart. Hoe komt dat?
A
Het hart moet harder werken omdat er meer bloed in de boezems komt
B
Het hart moet harder werken omdat er anders te weinig zuurstof bij de cellen komt
C
Het hart moet harder werken omdat het bloed dat in de longen komt te weinig zuurstof bevat
D
Het hart moet harder werken omdat het bloed in de aorta te veel zuurstof bevat

Slide 8 - Quizvraag

Huiswerk vervolg
  • maak conform de studiewijzer de opdrachten van par. 9.1
  • kies je leerroute
  • vul je Cornell samenvatting van par. 9.1 aan.

Slide 9 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.2: Bloeddruk

Slide 10 - Tekstslide

Vragen over het huiswerk?

Slide 11 - Tekstslide

Doel en begrippen 9.2
Je leert hoe de bloeddruk tijdens de hartcyclus varieert

bloeddruk, systolische druk, diastolische druk, atherosclerose, cholesterol.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Een patiënt met een vernauwing in het bovenste deel van de rechter kransslagader krijgt een bypass vanuit de linker borstwandslagader. Hoe loopt de verbinding van deze bypass?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Een patiënt met een vernauwing in het bovenste deel van de rechter kransslagader krijgt een bypass vanuit de linker borstwandslagader. Hoe loopt de verbinding van deze bypass?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

BINAS
84D1
Bloeddruk

Slide 19 - Tekstslide

Bloeddruk

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Bloeddruk - hart bron 6

Slide 22 - Tekstslide

Bloeddruk - hart

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
  • Bij de systole van de kamers wordt per cyclus ongeveer 70 mL bloed de slagaders in geperst (in rust).
  • De slagaders rekken uit, dit gaat eerst makkelijk, daarna steeds moeilijker.
  • Bij het sluiten van de slagaderkleppen stijgt de bloeddruk eventjes weer.

Slide 25 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Systolische druk (bovendruk):
De bloeddruk die ontstaat in de slagaders tijdens het samentrekken van de linkerkamer.

Met een bloeddrukmeter te meten in kPa of mmHg.
16 kPa = 120 mmHg

Slide 26 - Tekstslide

Bloeddruk - slagaders
Diastolysche druk (onderdruk):
De bloeddruk in de slagaders tijdens de diastole, zonder hart-pomp-kracht dus.

Met een bloeddrukmeter te meten in kPa of mmHg.

Slide 27 - Tekstslide

Bloeddruk - meten bron 7
Systolische druk
Diastolische druk
Er stroomt alleen bloed als het hart pompt
Er stroomt de hele tijd bloed, ook als het hart niet pompt 

Slide 28 - Tekstslide

Bloeddruk - andere bloedvaten

Slide 29 - Tekstslide

Bloeddruk - aandoeningen

Slide 30 - Tekstslide

Atherosclerose (aderverkalking)
Vetafzetting gebeurt als gevolg van een teveel aan slechte cholesterol (H10).

Slide 31 - Tekstslide

Doel en begrippen 9.2
Je hebt geleerd hoe de bloeddruk tijdens de hartcyclus varieert

bloeddruk, systolische druk, diastolische druk, atherosclerose, cholesterol.


Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maak de opdrachten van bs 9.2 conform de studiewijzer
  • maak een cornell samenvatting van bs 9.2


Slide 33 - Tekstslide

Hoe stroomt het bloed in de normale bloedsomloop?
A
van linkerboezem naar aorta
B
van linkerkamer naar aorta
C
van rechterboezem naar aorta
D
van rechterkamer naar aorta

Slide 34 - Quizvraag