Biologie 2 tl/h 3.3 het Hart

Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.
Bladzijde 199
Biologie
Bladzijde 202
Opdracht 1 tot en met 9

Bladzijde 202
Opdracht 1 tot en met 9
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.
Bladzijde 199
Biologie
Bladzijde 202
Opdracht 1 tot en met 9

Bladzijde 202
Opdracht 1 tot en met 9

Slide 1 - Tekstslide

Onderdelen doornemen

Slide 2 - Tekstslide

kransslagader is aftakking van de aorta

kransslagader - aanvoer zuurstof en voedingsstoffen

kransader-afvoer van CO2 en afvalstoffen

Slide 3 - Tekstslide

Bloedstroom

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hartkleppen en halve maanvormige kleppen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is bloeddruk?
Bloedruk bestaat uit 2 waarden:
- bovendruk (als de kamers samentrekken)
- onderdruk (tijdens de hartpauze)

Bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeter kwikdruk.

Een gezonde bloeddruk voor een puber is 110/70

Slide 9 - Tekstslide

Werking van het hart in 3 stappen

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de functie van het hart
A
Bloed rondpompen
B
zuurstof door het lichaam pompen
C
koolstofdioxide door het lichaam pompen

Slide 11 - Quizvraag

Waar ligt je hart
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 12 - Quizvraag

Hoe vaak is het bloed door je hart gegaan voor het weer op dezelfde plek is gekomen?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 13 - Quizvraag

Hoe vaak klopt het hart gemiddeld per minuut in rust
A
30
B
50
C
70
D
90

Slide 14 - Quizvraag

hoeveel kamers heeft het hart?

Slide 15 - Open vraag

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hart-tussenvlies
B
Hart-tussenspier
C
Hart-wand
D
Hart-tussenwand

Slide 16 - Quizvraag

Zitten de boezems boven of onder in het hart?
A
boven
B
onder

Slide 17 - Quizvraag

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet de slagader die de hartspier van zuurstof voorziet?

Slide 19 - Open vraag

Kleine bloedsomloop
linkerboezem
linker longader
linker long slagader
haarvaten rechter long

Slide 20 - Sleepvraag

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 
Nierslagader
Longader
Leverader
Poortader
Aorta
Longslagader

Slide 21 - Sleepvraag

Vergelijk de aorta met de longslagader.

De bloeddruk in de aorta is .......... de bloeddruk in de longslagader
A
gelijk aan
B
hoger dan
C
lager dan

Slide 22 - Quizvraag