3.2 en 3.3 Het hart

Het hart
Holle spier. 
Borstholte, links van het midden. 
Ongeveer zo groot als een vuist. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het hart
Holle spier. 
Borstholte, links van het midden. 
Ongeveer zo groot als een vuist. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Ligging van het hart
Bij de mens ligt het hart achter het borstbeen. De onderkant, de hartpunt, wijst naar links. Het hart heeft ongeveer de grootte van een gebalde vuist en bestaat voornamelijk uit hartspierweefsel.

Slide 3 - Tekstslide

Het hart is
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 4 - Quizvraag

3.1 Bouw van het hart
2 harthelften linker        en rechter
Elke harthelft een boezem         en een kamer
Kamers: sterke wand
Boezems: dunne wand
Tussen boezem en kamer: hartklep (linker en rechter).
Tussen kamers en slagaders: halvemaanvormige kleppen. 
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8

Slide 5 - Tekstslide

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hart-tussenvlies
B
Hart-tussenspier
C
Hart-wand
D
Hart-tussenwand

Slide 6 - Quizvraag

De werking van het hart

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

 Werking van het hart
Bloed passeert twee keer het hart, in de kleine en in de grote bloedomloop.
Kleine bloedsomloop: rechterkamer ► longslagader ► naar de longen ► longader ► linkerboezem.
Grote bloedsomloop: linkerkamer ► aorta ► lichaam ► holle aders ►rechterboezem.

Slide 9 - Tekstslide

Diastole = ontspannen / Systole = samentrekken
Gebeurt aan beide kanten tegelijkertijd.
Diastole
Kamersystole
Boezemsystole
Kamerdiastole
Boezemdiastole

Slide 10 - Tekstslide

De bloedsomloop
De weg hoe het bloed door het lichaam stroomt.

2 bloedsomlopen:

  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop

Slide 11 - Tekstslide

Hartkleppen
A
Liggen aan het begin van een slagader
B
Zijn ruimtes in het hart waar slagaders beginnen
C
Liggen tussen de boezem en de kamer
D
Zijn ruimtes in het hart waar aders uitkomen

Slide 12 - Quizvraag

Hartkleppen tussen linkerboezem en kamer
Hartkleppen tussen de rechterboezem en kamer
Slagaderkleppen
naar longslagader
Slagaderkleppen
naar de aorta

Slide 13 - Sleepvraag

Kransslagaders en kransaders
De hartspier zelf wordt gevoed door de kransslagaders. 
Vertakkingen van de aorta, vlak nadat deze het hart heeft verlaten. 
Ze lopen in een krans om het hart, op de grens van boezems en kamers en vertakken zich over de hele hartspier. 
De kransslagaders voorzien het hart van zuurstofrijk bloed. 
Via de kransaders komt het zuurstofarme bloed terug in de rechterboezem.
Snijrand van het hartzakje
1
Vetweefsel
2
Rechterboezem
3
Rechter kransslagader
4
Rechterkamer
5
Vertakking van de rechterkransader
6
Linkerboezem
7
Linkerkransader
8
linker kransslagader
9
Hartpunt
10

Slide 14 - Tekstslide

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 15 - Quizvraag

 De bloeddruk
De bloeddruk is de druk die het bloed op de bloedvaten uitoefent. 
Bloeddruk is afhankelijk van het samentrekken van het hart. 
 Bovendruk (120) is het gevolg van de kamersystole (systolische druk).
Onderdruk (80) (diastolische druk) is het gevolg van de kamerdiastole.

Slide 16 - Tekstslide

De bloeddruk
Bloeddruk neemt af naarmate het bij de haarvaten komt. 
In de haarvaten is het bijna 0. 
In de aders is er ook geen bloeddruk.

Slide 17 - Tekstslide

Bloedvaten
Drie typen bloedvaten:
  1.  Slagaders
  2. Haarvaten
  3. Aders

Slide 18 - Tekstslide

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader

Slide 19 - Sleepvraag

In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat? Sleep de juiste naar erheen.
timer
2:00
Slagader 
Ader
Haarvat

Slide 20 - Sleepvraag

Aan het (huis) werk

Slide 21 - Tekstslide