5.3 Overmaat en Ondermaat

4.4 Overmaat of ondermaat?
Vorige lessen: 
Ontledingsreacties/verbrandingsreacties

Deze les:
Overmaat en Ondermaat
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4 Overmaat of ondermaat?
Vorige lessen: 
Ontledingsreacties/verbrandingsreacties

Deze les:
Overmaat en Ondermaat

Slide 1 - Tekstslide

Als je een poster lang in de zon laat hangen verkleurt de poster.
Hoe noem je deze reactie?
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Endolyse
D
Fotolyse

Slide 2 - Quizvraag

Welk energie-effect komt het meest voor bij ontledingsreacties?
A
Exotherm
B
Endotherm
C
Fotolyse
D
Elektrolyse

Slide 3 - Quizvraag

Overmaat en Ondermaat
Wanneer stopt een reactie?
Wat is over- en ondermaat?
Hoe bepaal je welke stof er in over- of ondermaat aanwezig is?

Slide 4 - Tekstslide

Voordat we het scheikundig maken:



  • Wanneer stop je met eten?
  • Wat doe je als je saus op is?
  • Wat doe je als er saus over blijft?

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer stopt een reactie?
  1. Als een van de beginstoffen op is of wordt weggehaald
  2. Het reactiemengsel onder de reactietemperatuur daalt

Slide 6 - Tekstslide

Wat is ondermaat?
Een stof die volledig op is einde van een reactie is in:
Ondermaat

Slide 7 - Tekstslide

Wat is overmaat?
Een stof die overblijft aan het einde van een reactie is in:
Overmaat

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld over- en ondermaat
Reactie:

Stel we hebben 5 gram waterstof en 30 gram zuurstof.

Welke stof is er in overmaat en hoeveel is deze ondermaat?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld over- en ondermaat

Welke stof is er in overmaat en welke is er in ondermaat?
  1. Wat is de massaverhouding tussen zuurstof en waterstof?
  2. Hoeveel zuurstof hebben we nodig om 5 gram waterstof te verbranden?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld over- en ondermaat

  1. Wat is de massaverhouding tussen zuurstof en waterstof?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
2H2
O2

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld over- en ondermaat
  1. Massaverhouding
  2. Hoeveel  zuurstof hebben we nodig om 5 gram waterstof te verbranden?
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
5,00
?
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
2H2
O2
4,00(5,0032,00)

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld over- en ondermaat
  1. Massaverhouding
  2. Hoeveel  zuurstof hebben we nodig om 5 gram waterstof te verbranden?





Dus we hebben 40,00 g zuurstof nodig om 5,00 g waterstof te verbranden.
We hadden 5 gram waterstof en 30 gram zuurstof toegevoegd...
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
5,00
? = 40,00
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
2H2
O2
4,00(5,0032,00)

Slide 13 - Tekstslide

Dus we hebben 40,00 g zuurstof nodig om 5,00 g waterstof te verbranden.
We hadden 5 gram waterstof en 30 gram zuurstof toegevoegd...
Welke stof is in ondermaat aanwezig?
Dan moet je nu berekenen welke stof in overmaat is en hoeveel deze overmaat bedraagt.

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel gram waterstof kan er reageren met 30 gram zuurstof?
timer
5:00

Slide 15 - Open vraag

Uitwerking
2H2(g)+O2(g)>2H2O(l)
Massaverhouding (u)
4,00
32,00
Massa (g)
?
30,00
2H2
O2
32,00(30,04,00)=3,75
H2

Slide 16 - Tekstslide

Vervolg uitwerking
Waterstof is dus in overmaat.
Er ontstaat 3,75 g, maar wij hebben 4,00 g toegevoegd.
Hoeveel gram is dit te veel?

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting
  1. Wanneer stopt een reactie?
  2. Wanneer is een stof in ondermaat?
  3. Wanneer is een stof in overmaat?
  4. Welke verhouding heb je nodig om de over/ondermaat te bepalen? 

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 19 - Tekstslide