H2 Spelling

Spelling H2
Met of zonder -n?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Spelling H2
Met of zonder -n?

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Je weet waar een meervouds-n moet worden gebruikt bij zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Welke zin is volgens jou juist?
a: Allen hadden een zwemdiploma.
b: Alle hadden een zwemdiploma.

Slide 3 - Open vraag

Met of zonder -n?
Telwoorden zoals enkele(n), vele(n), weinige(n):
Gaat het om een persoon? Wordt het woord zelfstandig gebruikt en wordt in de zin niet vaker genoemd. Dan met -n
Allen hadden een zwemdiploma.

Telwoorden als tientallen, honderden, duizenden en miljoenen hebben altijd een -n.

Slide 4 - Tekstslide

Uitzondering
Zelfstandig gebruikte woorden krijgen geen -n als ze op mensen slaan die in dezelfde zin wel eerder genoemd worden.

Veel supporters in Brugge kwamen met de trein en slechts enkele [supporters] met de eigen auto.
Alle meisjes vonden hun idool geweldig, maar sommige [meisjes] vonden hem minder dan zij gehoopt hadden.


Slide 5 - Tekstslide

De eerste/eersten kwamen aan op het grote eiland.
A
eerste
B
eersten

Slide 6 - Quizvraag

Allen hadden een zwemdiploma , maar slechts weinigen konden echt goed zwemmen.


Allen en weinigen moeten met -n omdat het een persoon of meerdere personen aanduidt en deze persoon verder niet in de zin wordt genoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Enkele van die paarden zijn miljoenen euro's waard.


Enkele is zonder -n omdat het geen persoon aanduidt.

Slide 8 - Tekstslide

Bent u als blinde lid van de vereniging?


Blinde is zonder -n omdat het personen aanduidt,

en enkelvoud is.


Het zou blinden met -n zijn geweest als het meervoud was.




Slide 9 - Tekstslide

Beide(n) zijn getrouwd en hebben kinderen.
A
beide
B
beiden

Slide 10 - Quizvraag

De lege inktpatronen zijn alle(n) vervangen door nieuwe.
A
alle
B
allen

Slide 11 - Quizvraag

De chocoladeletters waren beide(n) gebroken.
A
beiden
B
beide

Slide 12 - Quizvraag

Sommige(n) moesten nog een treinkaartje kopen.

Slide 13 - Open vraag

Met of zonder -n?
Van die struiken zou ik er wel enkele(n) in mijn tuin willen planten.

Slide 14 - Open vraag

Met of zonder -n?
Die broers maken altijd ruzie en meestal hebben ze beide(n) schuld.

Slide 15 - Open vraag

Ben jij lid van de vereniging voor slechtziende(n)?

Slide 16 - Open vraag

Doelen
Je weet waar een meervouds-n moet worden gebruikt bij zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
Huiswerk:
Spelling H2 blz. 68
Opdracht start t/m opdracht 4.

Extra uitleg? 
https://www.youtube.com/watch?v=cECgJzxBYOI&feature=youtu.be

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide