route 2 = opgaven zonder tekentjes + opgaven met N
huiswerk afgetekend voor de toets = recht op herkansing
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen
je leert hoe lading elektrische verschijnselen veroorzaakt
Slide 7 - Tekstslide
Demonstratie lading
Elektronen 'springen over'. De netto lading van de één wordt positief, van de ander negatief
Slide 8 - Tekstslide
Zelfde lading stoot elkaar af
Slide 9 - Tekstslide
lading verplaatst = stroom in natuurkunde van + naar -, (in werkelijkheid elektronen van - naar +)
stroom = hoeveelheid lading per seconde komt er voorbij
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Stroom = hoeveel elektronen (lading) komen er per seconde voorbij
Grootheid: Stroom I
Eenheid: Ampère A
Bijvoorbeeld: de stroom door de lamp is 5 ampère dan schrijf je: I = 5 A
Stroom loopt alleen als de stroomkring gesloten is! De elektronen moeten een rondje kunnen maken.
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de voorwaarde dat dit kan gebeuren?
Slide 13 - Tekstslide
Stroomkring moet gesloten zijn. Ampèremeter "telt" hoeveel lading per seconde voorbij komt. Oftewel, meet de stroomsterkte. Daarom zet je ampèremeter altijd in serie
Slide 14 - Tekstslide
Waarom gaat lampje branden van elektronen?
Elektronen hebben energie nodig om lampje te laten branden.
Deze komt van de spanningsbron.
Deze geeft spanning af.
Spanning is energie per seconde
Spanningsbron "duwt" ook de elektronen vooruit. Zonder spanningsbron blijven elektronen op hun plek
Slide 15 - Tekstslide
spanningsbron
Spanning meet je met een spanningsmeter.
Deze plaats je parallel over een lampje.
Zo kan die meten hoeveel energie de elektronen hebben voor het lampje, en hoeveel nog na het lampje.
Grootheid: Spanning U Eenheid: Volt V
Slide 16 - Tekstslide
Schakelingen tekenen
- tekenen altijd met potlood
- schakeling altijd in een rechthoek
- elementen nooit in een hoek tekenen
Slide 17 - Tekstslide
phet.colorado.edu
Slide 18 - Link
Opdrachten maken
route 1: alle opgaven, behalve N en +
route 2: alle opgaven, behalve M (en +)
laatste 25 minuten: practicum
Slide 19 - Tekstslide
Practicum
1. Ontwerp een schakeling met één lampje met een ampèremeter die de stroom meet (klaar: laat controleren)
2. Bouw je ontworpen schakeling (klaar: laat controleren voordat je de spanningsbron aanzet, max 12 V!)
3. Voeg een voltmeter in je ontwerp toe die de spanning van het lampje meet (klaar: laat controleren)
4. Plaats de voltmeter op de juiste plek in je al gebouwde schakeling (klaar: laat controleren voordat je het aanzet)