Paragraaf 3.5

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 1
1 De gronden kwamen in handen van voormalige kolonisten. Op deze manier veranderde er voor de inheemse bevolking strikt genomen niets aan de Portugese overheersing.

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 2
2 a over besluitvorming: democratisering, bevolkingsparticipatie
  over economie: bbp per hoofd, brp per hoofd, import- en exportpakket, handelsbalans
  over ongelijkheid: informele sector, lorenzcurve, grootgrondbezit
 b 1 bbp per hoofd (2003): $ 3.040
  2 bbp per hoofd (2013): $ 12.072
  3 Brazilië is de negende economie ter wereld (2013)
  4 economische groei (2015): -3,8%
  5 brp per hoofd in Maranhão (2015): $ 4.426
  6 brp per hoofd in São Paulo: $ 16.387
  7 aandeel van de beroepsbevolking werkzaam in de informele sector: 42%
 c Voorbeelden van goede conclusies:
  – Brazilië heeft een grote groei gekend tussen 2003 en 2013.
  – In 2015 zat de economie in een crisis.
  – De binnenlandse ongelijkheid is groot.
  – De informele sector is groot.

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 2 (deel 2)
  6 brp per hoofd in São Paulo: $ 16.387
  7 aandeel van de beroepsbevolking werkzaam in de informele sector: 42%
 c Voorbeelden van goede conclusies:
  – Brazilië heeft een grote groei gekend tussen 2003 en 2013.
  – In 2015 zat de economie in een crisis.
  – De binnenlandse ongelijkheid is groot.
  – De informele sector is groot.

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 3

3 a bron 1: kolonialisme
  bron 2: Brazilië in de 21e eeuw
  bron 3: militaire dictatuur, democratisering en Brazilië in de 21e eeuw
 b bbp per hoofd en lorenzcurve

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 4
4 a 1 landbouweconomie                                       4 nadeel
 2 industriële ontwikkeling                                    5 voordeel
 3 importvervangende industrie
 4 vrijhandelszone
 5 schuldencrisis
 6 sterke groei en crisis
 b 1 voordeel
 2 nadeel
 3 nadeel
 4 nadeel
 5 voordeel

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 5
5 a – De handelsbalans is positief.
  – Toelichting: in bron 5 is 71,9% van de totale import en 59,8% van de totale export weergegeven. Je zal dus eerst moeten uitrekenen hoeveel de totale import en de totale export is.
  – Je kunt dat berekenen door voor één product uit te rekenen wat de waarde is van 1% van de totale import of export. Vervolgens vermenigvuldig je dat getal met 100 en je hebt de totale waarde. Bijvoorbeeld: oliezaden zijn 11,1% van de totale export, ter waarde van 21,2 miljard $. 1% is dan 1,9099 (21,2/11,1=1,9099) en de totale export 190,99 $.
  – De totale import is $ 171,7 miljard. De totale export is meer: $ 190,99 miljard. De handelsbalans is dus positief.
 b machines, voertuigen, ijzer en staal
 c Een gemengde economie: de export bestaat uit zowel landbouw- als industrieproducten.
  (Toelichting: het exportaandeel van landbouwproducten is groter dan dat van industriële producten. De import bestaat grotendeels uit (hoogwaardige) industriële producten, wat aantoont dat de industriële sector in Brazilië nog niet zo ontwikkeld is als in andere delen van de wereld.)

Slide 12 - Tekstslide

Opgave 5 (deel 2)
miljard. De handelsbalans is dus positief.
 b machines, voertuigen, ijzer en staal
 c Een gemengde economie: de export bestaat uit zowel landbouw- als industrieproducten.
  (Toelichting: het exportaandeel van landbouwproducten is groter dan dat van industriële producten. De import bestaat grotendeels uit (hoogwaardige) industriële producten, wat aantoont dat de industriële sector in Brazilië nog niet zo ontwikkeld is als in andere delen van de wereld.)

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 6
6 a Democratisering en toenemende bevolkingsparticipatie dragen bij aan meer stabiliteit in de samenleving, waardoor Brazilië aantrekkelijker wordt voor buitenlandse ondernemingen. Door toenemende bevolkingsparticipatie zullen Brazilianen zich ook aangemoedigd voelen ook meer in de economie te participeren of een eigen onderneming te starten.
 b 1 positief: grotere productiecapaciteit; negatief: grotere kans op werkloosheid
  2 positief: meer investeringen; negatief: concurrentie voor Braziliaanse bedrijven
  3 positief: meer inkomsten olie-industrie; negatief: milieugevolgen

Slide 14 - Tekstslide

Opgave 6 (deel 2)
3 positief: meer inkomsten olie-industrie; negatief: milieugevolgen

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 7
7 a Het zuiden van Brazilië is rijker dan het noorden van Brazilië.
  In Brazilië zijn mensen in de stad rijker dan mensen op het platteland.
  Favelabewoners zijn armer dan inwoners van gated communities.
 b de bevolkingsspreiding
  Toelichting:
  – In het zuiden wonen meer mensen, waardoor daar van oudsher meer economische activiteiten zijn dan in het noorden van het land.
  – En in de steden wonen meer mensen, waardoor daar meer economische activiteit is dan op het platteland.
 c Bolsa Família verstrekt een uitkering aan arme huishoudens, maar daarmee hebben die mensen nog geen reguliere baan in de formele sector. Veel mensen zullen voor hun inkomsten in eerste instantie afhankelijk blijven van de informele sector.
 d De lijn van de lorenzcurve zal minder krom worden.

Slide 16 - Tekstslide

Opgave 7 (deel 2)
c Bolsa Família verstrekt een uitkering aan arme huishoudens, maar daarmee hebben die mensen nog geen reguliere baan in de formele sector. Veel mensen zullen voor hun inkomsten in eerste instantie afhankelijk blijven van de informele sector.
 d De lijn van de lorenzcurve zal minder krom worden.

Slide 17 - Tekstslide

Laat zien dat je de leerdoelen van de paragraaf/paragrafen beheerst.

Slide 18 - Open vraag