3V - Beeldspraak en stijlfiguren
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hij is altijd en eeuwig te laat.
A
tegenstelling
B
overdrijving
C
pleonasme
D
tautologie
Slide 2 - Quizvraag
Die roze frambozen zien er lekker uit.
A
tegenstelling
B
overdrijving
C
herhaling
D
pleonasme
Slide 3 - Quizvraag
Nu is het nog droog, maar straks krijgen we beslist regen.
A
tegenstelling
B
overdrijving
C
herhaling
D
pleonasme
Slide 4 - Quizvraag
We hebben onze hond laten inslapen.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes
Slide 5 - Quizvraag
Wis en waarachtig ga ik vanavond op de tv die wedstrijd bekijken.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes
D
tautologie
Slide 6 - Quizvraag
Het lijkt mij geen slecht idee om volgende week lekker uit eten te gaan.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes
D
tautologie
Slide 7 - Quizvraag
Na een geweldige gitaarsolo zei mijn vriend: 'Die gitarist kan wel een aardig deuntje spelen, nietwaar?'
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes
Slide 8 - Quizvraag
Na het besluit om de subsidie te halveren stond de hele club op zijn kop.
A
understatement
B
eufemisme
C
overdrijving
Slide 9 - Quizvraag
Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.
A
Tegenstelling
B
Omgekeerde climax
C
Climax
D
Herhaling
Slide 10 - Quizvraag
Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.
A
Tegenstelling
B
Drieslag
C
Herhaling
D
climax
Slide 11 - Quizvraag
Niemand die je helpt en niemand die je ziet. Nee, niemand die je ziet.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Herhaling
D
Climax
Slide 12 - Quizvraag
"Kunnen we zo een sanitaire stop maken? Ik moet even iets wegbrengen."
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme
Slide 13 - Quizvraag
Dat deze man binnenkort weer in de gevangenis belandt, lijkt mij niet onwaarschijnlijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme
Slide 14 - Quizvraag
De familie Meiland heeft een leuk optrekje in Hengelo gekocht.
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme
Slide 15 - Quizvraag
Franka heeft haar vriendje Tom, die trouwe hond, volledig in haar macht.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie
D
metafoor
Slide 16 - Quizvraag
Siewert, die sluwe vos, heeft flink veel geld aan de overheid verdiend.
A
Vergelijking
B
Asyndetische vergelijking
C
Metafoor
D
Spreekwoord
Slide 17 - Quizvraag
Janna is een ster.
A
Vergelijking
B
Asyndetische vergelijking
C
Metafoor
D
Spreekwoord
Slide 18 - Quizvraag
Hij sprak bittere woorden, zo teleurgesteld was hij.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie
Slide 19 - Quizvraag
Zoals in de bergen een havik, vlugger vliegend dan al wat er vliegt, op een schichtige duif komt gestreken – deze wiekt zijdelings weg, maar de havik, telkens weer stotend, schiet op haar af met snerpende kreten: zijn vraatzucht spoort hem tot grijpen – zo snelde toen ook Achilles naar voren.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie
Slide 20 - Quizvraag
Zijn hoofd, een biet, sprak boekdelen.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie
Slide 21 - Quizvraag
Deze zomer zijn schreeuwende kleuren in de mode.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie
Slide 22 - Quizvraag
De bejaarde 65+-er haalde de griepprik bij de huisarts.
A
contaminatie
B
tautologie
C
pleonasme
Slide 23 - Quizvraag
Daar lusten de honden geen pap van.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
Slide 24 - Quizvraag
De toekomst lacht ons toe.
A
Metoniem
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Personificatie
Slide 25 - Quizvraag
Die jongen is zo gek als een deur.
A
Metoniem
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Personificatie
Slide 26 - Quizvraag
De mooiste Van Gogh hangt
in Amsterdam.
in Amsterdam.
A
Metoniem
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Personificatie
Slide 27 - Quizvraag
Het zand was als een vloerkleed.
A
Metoniem
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Personificatie
