dagen van de week

Vandaag is het .....
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
donderdag
1 / 34
volgende
Slide 1: Quizvraag
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Vandaag is het .....
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
donderdag

Slide 1 - Quizvraag

Gisteren was het .....
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
donderdag

Slide 2 - Quizvraag

Morgen is het ........
A
woensdag
B
donderdag
C
vrijdag
D
zaterdag

Slide 3 - Quizvraag

Zaterdag en zondag is het....
A
weekend
B
vakantie
C
school
D
huiswerk

Slide 4 - Quizvraag

De datum van vandaag is .....
A
9 januari 2022
B
9 november 2021
C
9 november 2022
D
8 november 2022

Slide 5 - Quizvraag

De datum van gisteren is ....
A
8 november 2021
B
8 november 2022
C
9 november 2022
D
10 november 2022

Slide 6 - Quizvraag

De datum van morgen is ....
A
9 november 2022
B
11 november 2021
C
10 november 2021
D
10 november 2022

Slide 7 - Quizvraag

Een week heeft ... dagen
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 8 - Quizvraag

Maak een zin met : ''op tijd''

Slide 9 - Open vraag

Wat is het klassenboek van SK6?

Slide 10 - Open vraag

Hoe lang duurt een les van SK6?

Slide 11 - Open vraag

Is mevrouw Bruin aanwezig op maandag?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Is mevrouw Bruin aanwezig op donderdag?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat de informatie over je huiswerk?

Slide 14 - Open vraag

vrij

Slide 15 - Woordweb

Wat is dit?
A
de kaas
B
het broodje
C
het koekje
D
de taart

Slide 16 - Quizvraag

Wat is dit?
A
het water
B
het sap
C
de thee
D
de koffie

Slide 17 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de koffie
B
de thee
C
de sap
D
het water

Slide 18 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de taart
B
het broodje
C
de kaas
D
het koekje

Slide 19 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de koffie
B
het bier
C
de wijn
D
de thee

Slide 20 - Quizvraag

Wat is dit?
A
het bier
B
de wijn
C
het water
D
de thee

Slide 21 - Quizvraag

Wat is dit?
A
lopen
B
eten
C
drinken
D
fietsen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is dit?
A
fietsen
B
eten
C
lopen
D
drinken

Slide 23 - Quizvraag

Wat is dit?
A
het bier
B
de wijn
C
de sap
D
het water

Slide 24 - Quizvraag

Wat is dit?
A
het koekje
B
de taart
C
het broodje
D
de kaas

Slide 25 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de taart
B
het koekje
C
het broodje
D
de kaas

Slide 26 - Quizvraag

Wat is dit?
A
het bier
B
de wijn
C
de sap
D
het water

Slide 27 - Quizvraag

Wat is dit?
A
het koekje
B
de koffie
C
de thee
D
het kopje

Slide 28 - Quizvraag

Wat is dit?
A
vies
B
lekker
C
alsjeblieft
D
dank je wel

Slide 29 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de thee
B
het water
C
de suiker
D
het bier

Slide 30 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de ham
B
de kip
C
het ei
D
de soep

Slide 31 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de taart
B
het koekje
C
de kip
D
het ei

Slide 32 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de kip
B
het sap
C
de soep
D
de saus

Slide 33 - Quizvraag

Wat is dit?
A
het broodje
B
de soep
C
de ham
D
het ei

Slide 34 - Quizvraag