Taal verwerking

Taal verwerking
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Taal verwerking

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
De meester geeft aan hem een nieuw potlood.

Slide 2 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Ik heb aan haar mijn pot lijm beloofd.

Slide 3 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Heb jij aan mij die scherpe schaar gegeven?

Slide 4 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Mijn plakband heb ik aan jou uitgeleend.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Hij vroeg gekleurd papier aan hem.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
De juf geeft ons knutselles!

Slide 7 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Jij hebt Ramon het slechte nieuws niet verteld.

Slide 8 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Hij vroeg gekleurd papier aan hem.

Slide 9 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Jij hebt Ramon het slechte nieuws niet verteld.

Slide 10 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
De meester heeft hem een slecht cijfer gegeven.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Sterre heeft het de hele klas al verteld.

Slide 12 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Niek heeft Ismay een briefje hierover geschreven.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
De meester geeft ons de dictees morgen pas terug.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Ik ga het hem niet vertellen. Jij?

Slide 15 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Sterre heeft het de hele klas al verteld.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Niek heeft Ismay een briefje hierover geschreven.

Slide 17 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
De meester geeft ons de dictees morgen pas terug.

Slide 18 - Open vraag

Schrijf het meewerkend voorwerp op.
Ik ga het hem niet vertellen. Jij?

Slide 19 - Open vraag

Maak een zin met het gezegde en het onderwerp. Voeg zelf een meewerkend voorwerp toe.
Gezegde: leent
Onderwerp: de Engelse juf

Slide 20 - Open vraag

Maak een zin met het gezegde en het onderwerp. Voeg zelf een meewerkend voorwerp toe.
Gezegde: heeft gegeven
Onderwerp: de lezer

Slide 21 - Open vraag

Maak een zin met het gezegde en het onderwerp. Voeg zelf een meewerkend voorwerp toe.
Gezegde: schrijft
Onderwerp: de gevangene

Slide 22 - Open vraag