Les 7: VPTH 1 afronding

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Les 7 VPTH 1

Programma

- Deelopdracht 5 bespreken 

- Quiz VPTH 1

- Afronding module 

Uitwisselen DO 5 -> verschillen opschrijven  

wat zijn entrale medicatie

1. Medicijnen die via de maag en darmen gegeven worden
2. Medicijnen die niet via de maag en darmen gegeven worden
3. medicijnen die via het infuus worden gegeven
4. medicijnen die eerst moeten worden opgelost

Een verpleegkundige is zelfstandig bevoegd volgens de wet BIG.

1. Waar
2. Niet waar

Wet BIG

1. Is bedoeld om kwaliteit van verpleeghuizen te bewaken
2. Beschermt cliënten tegen ondeskundigheid
3. Wordt niet in alle Gemeenten erkend
4. Alle antwoorden zijn onjuist

De menstruatie wordt geregeld door hormonen

1. Juist
2. Onjuist

Insuline is een hormoon wat wordt aangemaakt in de...

1. Nieren
2. Maag
3. Bloedvaten
4. Alvleesklier

Is moeder strafbaar voor de wet BIG?

1. ja
2. nee

Welke controle van de medicatie is niet nodig

1. persoon
2. dosering
3. toedieningsvorm
4. uiterlijk

Hormonen worden vervoerd door

1. De zenuwcellen
2. Door het bloed
3. Door het water
4. Door alle manieren van vochttransport in het lichaam

Iemand met diabetes

1. mag geen suiker eten
2. moet heel veel sporten
3. moet regelmatig eten
4. moet weinig eten

Medicatie die de oorzaak van een ziekte aanpakken hebben een

1. Profylactische werking
2. Causale werking
3. placebo werking
4. symptomatische werking

De alvleesklier maakt de hormonen insuline en glucagon aan. Wat is de functie van deze twee hormonen? Deze hormonen regelen de:

1. hoeveelheid gal.
2. bloedsuikerspiegel.
3. dikte van de klieren.
4. productie van maagsap.

Rachid heeft diabetes.

Wat is een ander woord voor diabetes?

1. blaasontsteking
2. nierziekte
3. suikerziekte
4. nierziekte

De wet BIG staat voor;

1. Wet op beroepen in de individuele gezondheidszorg.
2. Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg.
3. Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg.

BIJ IEMAND MET DIABETES DIE EEN HYPO HEEFT

1. IS DE BLOEDSUIKER TE HOOG
2. IS DE BLOEDSUIKER TE LAAG

Diabetes is besmettelijk

1. Waar, net zo besmettelijk als COVID-19
2. Waar, je krijgt het van de uitwisseling van bloed
3. Niet waar, Diabetes is niet besmettelijk maar wel overdraagbaar
4. Niet waar, Diabetes is niet besmettelijk

Insuline is een hormoon

1. Juist
2. Onjuist

Bij hyperglycemie van de diabetes client

1. geef je suiker
2. geef je insuline
3. bel je 112
4. leg je de client in een stabiele zijligging

Volgens de wet-BIG heeft een
……………….
een zelfstandige bevoegdheid.

1. Arts
2. Tandarts
3. Verloskundige
4. Alle antwoorden zijn goed

Diabetes mellitus type 2 is een niet- insuline afhankelijke diabetes. Er is dus sprake van ...

1. te weinig insulineproductie
2. totaal geen insulineproductie

De wet BIG sluit het overdragen van een opdracht uit.

1. Waar
2. Niet waar

Hormonen zijn:

1. Regelstoffen
2. Voedingsbestanddelen
3. Geslachtskenmerken

Diabetes patiënten hebben een

1. tekort aan insuline
2. teveel insuline

Wie schrijft medicatie voor?

1. Verpleegkundige
2. Arts
3. Homeopaat
4. Apothekers-ass.

Wat is de oorzaak van diabetes?

1. Niet genoeg suiker
2. Insuline wordt niet afgebroken
3. Insuline wordt niet aangemaakt
4. Te veel suiker

Van veel snoepen krijg je diabetes

1. Waar
2. Niet waar

medicatie die over is

1. mag weggegooid bij het GFT
2. mag terug naar de apotheek
3. beide bovenstaande
4. geen van bovenstaande

Wat voor soort handeling is het katheteriseren van een vrouw in het kader van de wet BIG?

1. verpleegtechnische handeling
2. voorbehouden handeling
3. risicovolle handeling
4. overige handeling

fouten in toediening van medicatie moet altijd worden gemeld

1. waar
2. niet waar

dubbele controle van medicatie ervoor om

1. de familie gerust te stellen
2. de zorgvrager te controleren op juist medicatiegebruik
3. de veiligheid van de zorgvrager te waarborgen

BIJ IEMAND MET DIABETES DIE EEN HYPER HEEFT

1. IS DE BLOEDSUIKER TE HOOG
2. IS DE BLOEDSUIKER TE LAAG

Wat is Diabetes

1. ziekte met teveel honing in het bloed
2. ziekte waarbij afbraak van cellen plaatsvind
3. ziekte waarbij het lichaam het bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden
4. ziekte van de spijsvertering

Werking van medicatie bij ouderen is anders door

1. Ouderen hebben meer vetweefsel ( slecht doorbloede organen ) => geneesmiddelen langzamer werken
2. Verminderde werking van de nieren waardoor medicatie sneller het lichaam uit is
3. Toename lichaamsvocht waardoor geneesmiddelen die goed oplossen in water sterker werken
4. Hersenen worden minder gevoelig voor werking van bepaalde medicijnen => meer bijwerkingen

Wat zijn de behandelingen van diabetes mellitus?

1. Alleen insuline
2. Tabletten en insuline
3. voedingsadvies, tabletten en insuline
4. voedingsadvies en tabletten

Wat is cumulatie bij medicatie?

1. Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
2. Ophoping van de medicatie
3. Je kan niet meer zonder het medicijn
4. je krijgt last van een vreemde werking

Wat zijn oorzaken van medicatiefouten?

1. Geen duidelijke toedieningslijst
2. Geen duidelijke instructie of kennis van bijsluiter
3. Zelf maken van een medicijnlijstje
4. Alle bovengenoemde

Wie is verantwoordelijk voor het leveren van medicatie?

1. Alle zorgverleners
2. Familie
3. De apotheek
4. De arts

EEN MEDICATIEFOUT..

1. is menselijk
2. kan echt niet

5. Diabetes mellitus type 1 is een insuline afhankelijke diabetes. Er is dus sprake van ...

1. te weinig insulineproductie
2. totaal geen insulineproductie

Afronding VPTH 1