Buigprincipes en technieken

Buigprincipes en technieken
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Buigprincipes en technieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kunt u de basisprincipes van het buigen van plaatmateriaal uitleggen.
  • Aan het einde van de les kunt u de verschillende buigmethodes en hun toepassingen beschrijven.
  • Aan het einde van de les kunt u de invloed van verschillende parameters op het buigproces uitleggen.
  • Aan het einde van de les kunt u de voordelen en beperkingen van elke buigmethode uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het buigen van plaatmateriaal?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Basisprincipes van het buigen van plaatmateriaal
  • Techniek afhankelijk van verschillende factoren en parameters
  • Uitvoering van de buigmachine
  • Geometrie van boven- en ondergereedschap
  • Perskracht en snelheid
  • Aard en dikte van het materiaal

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende buigmethoden
  • Zwenkbuigen: langste plaatbeen tussen klembalken
  • Strijken: plaatdeel ingeklemd en gebogen door beweging gereedschap
  • Vrijbuigen: bovengereedschap drukt plaat in V-opening ondergereedschap
  • Matrijsbuigen: plaat tegen flanken V-groef in ondergereedschap
  • Calibreren: plaat 'doodgedrukt' in buigopening ondergereedschap
  • Driepuntsbuigen: plaat over buigradii van matrijs gebogen tot bodem

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke parameters en factoren in het buigproces
  • Complexiteit van het product
  • Gewenste buighoek en buigradius
  • Mogelijkheid tot automatisering
  • Materiaalkeuze gereedschappen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen en beperkingen van elke buigmethode
  • Zwenkbuigen: eenvoudig, geschikt voor grote producten
  • Strijken: hoge precisie, geschikt voor kleine producten
  • Vrijbuigen: flexibel, geschikt voor complexe vormen
  • Matrijsbuigen: goede vormnauwkeurigheid, geschikt voor seriewerk
  • Calibreren: hoge vormnauwkeurigheid, geschikt voor dunne plaat
  • Driepuntsbuigen: geschikt voor dunne plaat, minder gereedschappen nodig

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
  • Zwenkbuigen: langste plaatbeen tussen klembalken en gebogen
  • Strijken: plaatdeel ingeklemd en gebogen door beweging gereedschap
  • Vrijbuigen: bovengereedschap drukt plaat in V-opening ondergereedschap
  • Matrijsbuigen: plaat tegen flanken V-groef in ondergereedschap
  • Calibreren: plaat 'doodgedrukt' in buigopening ondergereedschap
  • Driepuntsbuigen: plaat over buigradii van matrijs gebogen tot bodem

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.