Leesvaardigheid H4: Inleiding, middenstuk en slot

Wat gaan we doen?
nieuw blok leesvaardigheid!

  • Leerdoel
  • Uitleg nieuwe leerstof
  • Oefenen 
  • Huiswerk: opdracht 1 t/m 5
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
nieuw blok leesvaardigheid!

  • Leerdoel
  • Uitleg nieuwe leerstof
  • Oefenen 
  • Huiswerk: opdracht 1 t/m 5

Slide 1 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met oriënterend lezen?

Slide 2 - Open vraag

Wat zijn deelonderwerpen?

Slide 3 - Open vraag

Welke leesstrategie gebruik je als je wilt weten waar bepaalde informatie is?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Zoekend lezen

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de strategie globaal lezen?
A
Deelonderwerpen bepalen
B
Het onderwerp van de tekst bepalen
C
Informatie zoeken

Slide 5 - Quizvraag

Hoe is een tekst ingedeeld?

Slide 6 - Open vraag

lesdoelen
  1. Aan het einde van deze les weten jullie dat een tekst is opgebouwd uit een inleiding, kern en slot
  2. Aan het einde van dit hoofdstuk kun je een inleiding, een middenstuk en een slot herkennen aan de inhoud
  3. Belangrijke termen: anekdote, voorbeeld, samenvatting,  conclusie, toekomstbeeld, aspecten, deelonderwerpen

Slide 7 - Tekstslide

De inleiding
Inleiding: Het begin van de tekst. Altijd de eerste alinea. Soms ook alinea 2 en 3. Kijk goed wanneer er een nieuw deelonderwerp begint, dan is de inleiding afgelopen.

Hoe wordt een tekst ingeleid?
  • Anekdote: Een kort, grappig verhaaltje
  • Een voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Het middenstuk
Middenstuk/kern: Het midden van de tekst. Deze tekst heeft de meeste alinea's.
In het middenstuk vind je de deelonderwerpen.
Deelonderwerp: Verschillende kanten/aspecten van het onderwerp van de tekst.

Slide 9 - Tekstslide

Het slot
Het slot: Het einde van een tekst. Dit is vaak de laatste alinea.
Hoe wordt een tekst afgesloten?
  • De belangrijkste informatie wordt kort herhaald  en/óf
  • er volgt een conclusie en/óf
  • Er wordt naar de toekomst gekeken.

Let op: Een nieuwsbericht heeft vaak geen slot. Kijk goed naar de bron van de tekst, dan weet je vaak of het een nieuwsbericht is of niet.

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen: in je schrift
Maken: Opdracht 1 t/m 5  blz. 37 t/m 40
Leren: voor de herkansing?

Slide 11 - Tekstslide