9.5

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Welkom

Slide 2 - Tekstslide

Welkom! 
Planning:
Opstarten
05 min
Herhaling 9.4
10 min
Bespreking huiswerk
10 min
Uitleg paragraaf 9.5
10 min
Maken paragraaf 9.5
20 min
Lesafsluiting met LessonUp
15 min

Slide 3 - Tekstslide

Planning tot aan SO:
  1. Vrijdag 28 okt:           Paragraaf 9.1-1         Spanning en stroomsterkte
  2. Maandag 30 okt:      Paragraaf 9.1-2        Rekenen met de Wet van Ohm
  3. Maandag 4 nov:        Paragraaf 9.2-1        Serieschakelingen en parallelschakelingen
  4. Dinsdag 5 nov:          Paragraaf 9.2-2       Rekenen met schakelingen
  5. Woensdag 6 nov:     Paragraaf 9.2-2          Rekenen met schakelingen
  6. Maandag 11 nov:       Paragraaf 9.3              Vervangingsweerstand
  7. Dinsdag 12 nov:        Paragraaf 9.4              Automatische schakelingen
  8. Woensdag 13 nov:   Paragraaf 9.5-1          Diode en led     
  9. Maandag 18 nov:      Herhalingsles H9      + Paragraaf 9.5-2
  10. Dinsdag 19 nov:         SO H9 Paragraaf 1 t/m 5

Slide 4 - Tekstslide

LDR is een lichtgevoelige weerstand. Wat is goed?
A
De weerstand is altijd hetzelfde.
B
De weerstand is hoog bij veel licht.
C
De weerstand is laag bij veel licht.

Slide 5 - Quizvraag

Bij een NTC..
(twee antwoorden zijn goed!)
A
stijgt de weerstand als de temperatuur daalt
B
stijgt de weerstand als de temperatuur stijgt
C
daalt de weerstand als de temperatuur stijgt
D
daalt de weerstand als de temperatuur daalt

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke combinatie van temperatuur en hoeveelheid licht is de vervangingsweerstand het grootst?
A
veel licht, hoge temperatuur
B
weinig licht, hoge temperatuur
C
veel licht, lage temperatuur
D
weinig licht, lage temperatuur

Slide 7 - Quizvraag

een elektromagneet waarmee je schakelt
een opgerold stuk koperdraad
Een instrument met een vrij bewegende magneet
komt uit een batterij
een stuk ijzer dat magnetisch is
de spoel
het relais
de magneet
de stroom
het kompas

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is een relais?
A
Een elektrische schakelaar
B
Een magnetische schakelaar
C
Een lichtschakelaar
D
Een drukschakelaar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van het relais?
A
Het relais meet de spanning
B
Het relais werkt als spanningsdeler
C
Het relais meet de stroomsterkte
D
Het relais werkt als schakelaar

Slide 10 - Quizvraag

Een fietslamp gaat automatisch in het donker aan. Welk onderdeel zit er zeker in deze lamp?
A
Een LDR
B
Een NTC
C
een relais
D
Een transistor

Slide 11 - Quizvraag

Welk onderdeel zit er zeker in een digitale thermometer?
A
Een LDR
B
Een NTC
C
Een relais
D
Een transistor

Slide 12 - Quizvraag

In een schakeling voor een automatische straatlantaarn is een LDR opgenomen als schakelaar.
Welk onderdeel is de LDR?
A
sensor
B
verwerker
C
actuator

Slide 13 - Quizvraag

uit welke drie onderdelen bestaat een automatische schakeling altijd?

Slide 14 - Open vraag

Wanneer er meer licht op een LDR valt, wordt de weerstand ...... en de stroomsterkte door de LDR ......
A
Groter, Kleiner
B
Kleiner, Groter
C
Groter, Blijft Gelijk
D
Kleiner, Kleiner

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noemt het volgende symbool:
A
LDR
B
Weerstand
C
Led
D
Motor

Slide 16 - Quizvraag


Wat betekent het symbool hiernaast?
A
LDR
B
NTC
C
LED
D
diode

Slide 17 - Quizvraag

Bij een inbraakalarm is het alarm de:
A
Sensor
B
Verwerker
C
Actuator

Slide 18 - Quizvraag

LDR
Light Dependant Resistance. 

Op licht reagerende weerstand. 

Hoe meer licht op de LDR, des te lager de weerstand.

Bijvoorbeeld: In telefoon zit LDR om je schermhelderheid aan te passen

Slide 19 - Tekstslide

NTC
Negatieve Temperatuur Coëfficient

NTC is gevoelig voor temperatuur

Hoe hoger de temperatuur van de NTC, des te lager de weerstand.

Bijvoorbeeld: In smartphone NTC om te melden als telefoon oververhit

Slide 20 - Tekstslide

Welke huiswerkvragen wil je bespreken?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Opgave 101

Slide 23 - Tekstslide

Opgave 102

Slide 24 - Tekstslide

Je leert ...
  • de werking van led en diode in een schakeling uitleggen;
  • de werking van een transistor in een sensorschakeling uitleggen;

Slide 25 - Tekstslide

Diode
1
2
3

Slide 26 - Tekstslide

Light Emitting Diode
Een LED sluit je in de doorlaatrichting
aan.
De langste aansluitpoot met de plus,
de kortste met de min.

Slide 27 - Tekstslide

Transistor
Naast het relais kunnen we ook een ander soort automatische schakelaar gebruiken: de transistor. 


Slide 28 - Tekstslide

Transistor
Naast het relais kunnen we ook een ander soort automatische schakelaar gebruiken: de transistor. 

- Schakelaar / stroom versterkt doorgeven
- 3 aansluitpunten: basis (B), collector (C) en emitter (E)
- Toepassingen: versterker --> stroom versterkt doorgeven

Slide 29 - Tekstslide

Transistor
Drie aansluitpunten
 1) collector (C)
 2) basis (B)
 3) emitter (E)

Kleine stroom B naar E,
grote stroom C naar E

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Geen signaal
Geen stroom van basis naar emitter —>
Geen stroom van collector naar emitter
Wel signaal
Zwakke stroom van basis naar emitter —>
Grote stroom van collector naar emitter

Slide 32 - Tekstslide

Werking transistor
Inbraak alarm

Slide 33 - Tekstslide

Voordeel en nadeel transistor
Voordeel: 
Een transistor is kleiner dan een relais en daardoor beter toepasbaar in kleinere schakelingen. 

Nadeel: 
Het feit dat de transistor met kleinere stromen werkt terwijl het relais grotere stromen kan verwerken.

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? Maak 9.5 helemaal behalve de steropdrachten
  • Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
  • Hulp? Lees 9.5 nogmaals door
  • Tijd? 20 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak de steropdrachten
  • Ook daarmee klaar? Maak de oefentoets

timer
20:00

Slide 35 - Tekstslide

Een TRANSISTOR heeft 3 belangrijke punten: B,C,E
A
B is BASIS, C is COLLECTOR, E is ENERGIE
B
B is BASIS, C is CAPACITEIT, E is ENERGIE
C
B is B-STROOM, C is COLLECTIEF, E is EMITTER
D
B is BASIS, C is COLLECTOR, E is EMITTER

Slide 36 - Quizvraag

Hoe loopt de hoofdstroom in een transistor?
A
Van emitter naar collector
B
Van emitter naar basis
C
Van basis naar collector
D
Van collector naar emitter

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een diode?
A
Een soort lampje
B
Een weerstand
C
een elektronisch onderdeel dat de stroom maar één richting doorlaat
D
Een stroombron

Slide 38 - Quizvraag

Wat is een LED?
A
een soort gloeilamp
B
een soort tl verlichting
C
een lichtgevende diode
D
een soort spaarlamp

Slide 39 - Quizvraag

Wat is er bijzonder aan een LED?
A
Het kan meer spanning aan
B
Het kan meer stroomsterkte aan
C
De stroom kan maar in 1 richting er doorheen
D
De stroom kan in alle richtingen er doorheen

Slide 40 - Quizvraag

Sleep de juiste naam naar het juiste symbool
Diode
Batterij
Spanningsbron
Relais
LED

Slide 41 - Sleepvraag

Wat is geen stroomrichting in een transistor
A
basis --> collector
B
basis --> emitter
C
Collector - Emitter

Slide 42 - Quizvraag

Een transistor wordt opgenomen als schakelaar. Door welk onderdeel wordt de transistor bediend?
A
Door de basis
B
Door de emitter
C
Door de collector
D
Door een draadje

Slide 43 - Quizvraag

Sleep de woorden op de juiste symbolen
NTC
Lamp
Relais
Transistor
LDR

Slide 44 - Sleepvraag

Een transistor heeft een aan- en een uit-stand.
Welke stromen lopen er in de aan-stand door de transistor?

A
basis -> emitter collector -> emitter
B
basis -> collector basis -> emitter
C
collector -> emitter basis -> collector

Slide 45 - Quizvraag

Sleep de namen naar de juiste beschrijving
Laat maar in 1 richting stroom door
Weerstand neemt af als de temperatuur toeneemt
Een constante weerstand
Weerstand neemt af als de lichtintensiteit toeneemt
LDR
Ohmse weerstand
NTC
Diode

Slide 46 - Sleepvraag

Je kunt...
  • de werking van led en diode in een schakeling uitleggen;
  • de werking van een transistor in een sensorschakeling uitleggen;




Slide 47 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll

Slide 49 - Tekstslide