3.3 Leven aan de noordgrens

Leerdoel: jij kunt uitleggen wat de Grieks-romeinse/klassieke cultuur is en hoe zich die over Europa verspreidde.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel: jij kunt uitleggen wat de Grieks-romeinse/klassieke cultuur is en hoe zich die over Europa verspreidde.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst:
Je leest eerst zelf in stilte de kopjes 'de Grieks-Romeinse cultuur', 'de eerste steden in ons land.'
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de Klassieke cultuur?
A
cultuur van de klassieken
B
cultuur van de Grieken en Romeinen
C
cultuur van de Germanen
D
cultuur van de Egyptenaren en de Romeinen

Slide 4 - Quizvraag

De Grieks-Romeinse cultuur of klassieke cultuur ontstond na verovering Griekenland
  • De spreektaal in Europa, Egypte en Midden-Oosten was Grieks=>wereldtaal zoals Engels nu.
  • Veroverde volken leefden en werkten samen, hielden eigen geloof en cultuur.
  • Romeinen waren goed in oorlog voeren, organiseren en bouwen praktische zaken zoals: badhuizen, aquaducten, bruggen.
  • Na verovering Griekenland interesse in: kunst, geschiedenis, Griekse goden, filosofie, wetenschap, Griekse cultuur.

Slide 5 - Tekstslide

  • Romeinen veroverden Noordwest- Europa en namen eigen cultuur mee=> standbeelden, bouwwerken, boekrollen.
  • Romeinse leger legde overal eerst wegen aan=>het leger, berichten van bestuur of leger kunnen zich snel verplaatsen, handelaren kunnen veilig en snel reizen.
  • Lokale bevolking maakte kennis met  verharde wegen, stenen huizen, walnoten, glaswerk, linnen kleding, dokters en nieuwe landbouwmethoden. 

Slide 6 - Tekstslide

  • Romeinen legden in veroverd gebied aan: 
  1. Hoofdstad voor bestuur.
  2. Wegen volgens schaakbordpatroon. 
  3. Midden in de stad, het forum.
  • Leven in de stad:
  1. Boeren kwamen met landbouw- producten
  2. Bedrijfjes, winkels en restaurantjes. 
  3. Voor vermaak waren er badhuizen, amfitheaters (gladiatorengevechten), theaters en wagenrennen. 

Slide 7 - Tekstslide

  • Het leven in de stad was lawaaierig, het stonk, onhygiënisch, veel ziekten.
  • Rijke mensen woonden in een Villa (Domus), winkeliers en ambachtslieden boven winkel of werkplaats, de rest in flats (insulae).
  • Grote Romeinse steden in de provincies waren Keulen en Xanten.
  • In Nederland had je Forum Hariani=Voorburg, Nijmegen= Noviomagus, Utrecht=Trajectum.
Domus (stadsvilla)

Slide 8 - Tekstslide

flats

Slide 9 - Tekstslide

a: Leg uit hoe de lokale bevolking hier in Nederland kennis van de Romeinen overnam.
b: Leg uit waarom het leven in de stad zowel leuk als minder leuk kon zijn voor een Romein.

Slide 10 - Open vraag

Te doen
Het huiswerk voor de volgende keer zijn de volgende opdrachten van 3.3 uit je werkboek:
35 tot en met 39.

Klaar? Dan mag je alvast oefenen met het leren van de begrippen in je boek!

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel:

Leerdoel: ik kan uitleggen hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich over Europa verspreidde en wat er veranderde in onze streken door de komst van de Romeinen.

Slide 12 - Tekstslide

Je leest eerst het kopje Romanisering.
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Leg met een voorbeeld uit
de afbeelding uit
welk begrip hierbij hoort.

Slide 14 - Open vraag

Leven op het platteland
  • Gezond, rustig, saai (geen vermaak).
  • Bossen werden gekapt voor landbouw.
  • Er kwamen grote boerenbedrijven van rijke Romeinen die woonden op een villa rustica. Die villa had mooie wandversieringen, vloerverwarming, badhuis. Voor zijn werk als bestuurder of vermaak ging de eigenaar naar de stad. 
  • Slaven deden het werk op de akkers en in het huis. 
Villa Rustica 

Slide 15 - Tekstslide

Romanisering
  • Om macht te krijgen in het Romeinse leger en bestuur, ging de lokale bevolking huizen bouwen en kleden zoals de Romeinen, kregen bestuursfuncties in eigen streek. 
  • Door handel te drijven met de Romeinen verdiende de inheemse bevolking veel en groeide de economie.
  • Romanisering: het door de lokalen bevolking overnemen van de klassieke cultuur.

Slide 16 - Tekstslide

Meedoen of macht kwijt.
  • Romeinen zorgden ervoor dat bevolking mee wilde werken: inheemse bevolking kreeg dan allerlei voorrechten in bestuur, handel, politiek.
  • Volken die meedoen met de Romeinen werden bondgenoot, die niet meedoen werden verslagen.
  • Gevolg: Romeinen kunnen met weinig mensen het Imperium Romanum besturen, geen verlies macht.
  • Romeinen bleven de baas.

Slide 17 - Tekstslide

Problemen tussen Romeinen en overwonnen stammen.
  • Overwonnen stammen moesten voedsel/vee als belasting betalen, jonge mannen moesten in het Romeinse leger. Romeinse leger misbruikte hun macht. 
  • 69 na Chr. Bataafse Opstand: Bataven grepen hun kans voor vrijheid en deden dat succesvol, toen keizer Nero dood was en zijn generaals vochten om de macht. Nieuwe keizer herstelde de macht en maakte een eind aan de opstand.

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit hoe de klassieke/Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidde over Europa.

Slide 19 - Open vraag

Te doen
Voor je huiswerk zie je studiewijzer.
Klaar met opdrachten werkboek:
Mag maken: flashcards, samenvatting, woordweb, succescriteria, oefenen tijdlijn/begrippen.

Slide 20 - Tekstslide