4.3 leven in het Romeinse rijk

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom Julius Caesar zoveel macht kreeg door de verovering van Gallië.

Eerder klaar: Leg uit welke tactiek Julius Caesar gebruikte bij zijn verovering van Gallië.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom Julius Caesar zoveel macht kreeg door de verovering van Gallië.

Eerder klaar: Leg uit welke tactiek Julius Caesar gebruikte bij zijn verovering van Gallië.

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Korte samenvatting leerdoel(en).
5. werken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen par 4.3:
Je kunt beschrijven wat er in onze streken veranderde door de komst van de Romeinen.

Slide 3 - Tekstslide

 De Limes= grens van het Romeinse Rijk in Noord-west Europa
  • Limes aangelegd om de noord grens van het Romeinse Rijk tegen de Germanen te beschermen. 
  • Op de grens lag een heel systeem van forten= Castella, kleine wachttorens en legioenskampen=Castra. 
  • De grens was open voor handelaren om hun producten te verkopen, ook voor Germanen. Hierdoor was de limes niet bestand tegen een grote invasie.


Slide 4 - Tekstslide

Germaanse boeren
  • Romeinen veroverden door tactiek van ‘verdeel en heers’. Dan werden ze vrienden met het ene volk (bondgenoot) en hielpen dat de vijanden van dat volk te verslaan, of zoals bij de Bataven die geen belasting betaalden, maar wel meevochten in het Romeinse leger.
  • Een overwonnen volk mocht de eigen cultuur, en dus ook de eigen goden, behouden. Gevolg: Germanen accepteerden zo bezetting makkelijker. 


Slide 5 - Tekstslide

  • Overwonnen stammen moesten voedsel/vee als belasting betalen, jonge mannen moesten in het Romeinse leger. Romeinse leger misbruikte hun macht. 
  • 69 na Chr. Bataafse Opstand: Bataven grepen hun kans voor vrijheid en deden dat succesvol, toen keizer Nero dood was en zijn generaals vochten om de macht. Nieuwe keizer herstelde de macht en maakte een eind aan de opstand.

Slide 6 - Tekstslide

Villa’s op het platteland. 
Villa Rustica
  • Gezond, rustig, saai (geen vermaak).
  • Bossen werden gekapt voor landbouw.
  • Er kwamen grote boerenbedrijven van rijke Romeinen die woonden op een villa rustica. Die villa had mooie wandversieringen, vloerverwarming, badhuis. Voor zijn werk als bestuurder of vermaak ging de eigenaar naar de stad. 
  • Slaven deden het werk op de akkers en in het huis. 

Slide 7 - Tekstslide

Te doen
Maken werkboek par 4.3 vraag 1,3,4,5A,6,10,11,12.
Nakijken!
Eerder klaar : maken succescriteria, cornell schema/ flashcards/ 3afsluiting/ oefentoetsen maken 
Leren 4.1 t/m 4.3

Slide 8 - Tekstslide

Vaardigheid: Bruikbaarheid van bronnen
  • Bronnen geven informatie over het verleden. Als je een vraag hebt over de geschiedenis, zoek je naar bronnen voor een antwoord. Wil je iets simpels weten dan kun je dat opzoeken in bijvoorbeeld wikipedia. Maar als je méér wilt weten, heb je ook andere bronnen nodig. 
  • vb: Je wilt bijvoorbeeld weten wie Julius Caesar was. Als je in een bron daarover informatie vindt, is dat een bruikbare bron voor jouw vraag. Als je bijvoorbeeld wilt weten hoe hij eruitzag of wat zijn tijdgenoten van hem vonden, heb je ook andere bronnen nodig. Dan zoek je bijv. een standbeeld, brieven van zijn familie of andere senatoren. 
  • Hoe meer bruikbare bronnen je vindt, hoe beter je jouw vraag kunt beantwoorden.Het kan ook andersom: je leest of bekijkt een bron, en bedenkt daar vragen bij. Dan beoordeel jij waar de bron bruikbaar voor is.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit hoe de lokale bevolking hier in Nederland kennis van de Romeinen overnam.

Eerder klaar: Leg uit waarom het leven in de stad zowel leuk als minder leuk kon zijn voor een Romein.

Slide 10 - Tekstslide

Samenvatting leerdoelen
Leerdoelen par 4.3:
Je kunt beschrijven wat er in onze streken veranderde door de komst van de Romeinen.


Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom je kunt zeggen dat de Romeinen via de Romeinse wegen de Grieks-Romeinse cultuur verspreidden over Europa. 

Eerder klaar: Leg uit wat de Romeinen over namen van de Grieken toen ze Griekenland veroverden.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel:

Leerdoel: Je kunt uitleggen wat romanisering is en waarom dit gebeurde.

Slide 13 - Tekstslide

Leven in de stad
  • Romeinen legden in veroverd gebied steden aan: midden in de stad, het forum.
  • Mensen inde stad: Boeren kwamen met landbouw-producten, er waren bedrijfjes, winkels en restaurantjes. Voor vermaak waren er badhuizen, amfitheaters (gladiatorengevechten), theaters en wagenrennen. 
  • In Nederland had je Forum Hadriani=Voorburg, Nijmegen= Noviomagus, Utrecht=Trajectum.

Slide 14 - Tekstslide

Leven in de stad
  • Het leven in de stad was lawaaierig, het stonk, onhygiënisch, veel ziekten.
  • Rijke mensen woonden in een Villa (Domus), winkeliers en ambachtslieden boven winkel of werkplaats, de rest in flats (insulae).
  • Grote Romeinse steden in de provincies waren Keulen en Xanten.

Domus (stadsvilla)

Slide 15 - Tekstslide

Leren van de Romeinen
  • Romeinen veroverden Noordwest-Europa en namen eigen cultuur mee, waar de Germanen van leerden en overnamen zoals: taal, munten, kunst, verharde wegen, stenen huizen, nieuwe groenten en fruit, glaswerk, servies, draaischijf voor potten, nieuwe landbouwmethoden. 



Slide 16 - Tekstslide

Romanisering
  • Om macht te krijgen in het Romeinse leger en bestuur, gingen de Germanen huizen bouwen en zich kleden zoals de Romeinen, ze kregen bestuursfuncties in eigen streek. 
  • Door handel te drijven met de Romeinen verdiende de inheemse bevolking veel en groeide de economie.
  • Romanisering: het door de lokale bevolking overnemen van de klassieke cultuur.

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf op je wisbordje het antwoord op de volgende vraag:

Leg met een voorbeeld uit de bron uit welk begrip hierbij hoort.

Slide 18 - Tekstslide

Te doen
Maken werkboek par 4.3 vraag 1,3,4,5A,6,10,11,12.
Nakijken!
Eerder klaar : maken succescriteria, cornell schema/ flashcards/ 3afsluiting/ oefentoetsen maken 
Leren 4.1 t/m 4.3

Slide 19 - Tekstslide

Samenvatting leerdoelen
Lererdoel: Je kunt uitleggen wat romanisering is en waarom dit gebeurde.

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.

Slide 20 - Tekstslide