H4 P4 L3 Dharma

Les 3 
Periode 4
Dharma 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 3 
Periode 4
Dharma 

Slide 1 - Tekstslide

De vorige les
Dit hebben we geleerd:
- Vijf belangrijke invloeden voor het ontstaan van het hindoeïsme, die je kunt benoemen en beschrijven.
- Wat er wordt bedoeld met ‘cyclisch denken’.
- De begrippen Ariërs, Dravidische volkeren, Veda en sanathana dharma. 

 

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de vijf belangrijkste groeperingen die van invloed zijn geweest op het hindoeïsme?

Slide 3 - Open vraag


Wat betekent sanathana dharma?
A
constante wederkerigheid van het leven
B
aloude kringlopen van sterven en geboren worden
C
eeuwige natuurlijke orde van het bestaan
D
evolutietheorie maar dan anders

Slide 4 - Quizvraag

Zet de groeperingen in de juiste volgorde 
 
1
2
3
4
5
Christelijke kolonisten
Islamitische handelaren
Ariërs / 
Indo-Europeanen
Dravidische volkeren / Indus cultuur 
Stammen in India

Slide 5 - Sleepvraag

Wat betekent het woord
'Veda' ook alweer?

Slide 6 - Open vraag

2800 - 1700 v.a.j. 
1750 - 1500 v.a.j. 
1500 - 600 v.a.j.
De klassieke Vedische epoche, het kastenstelsel ontstaat en de Veda's worden op schrift gesteld
Bloeiperiode van de Dravidische volkeren op de Indus-Gangesvlakte
De Ariërs trekken de Indus-Gangesvlakte binnen en vermengen zich met de lokale bevolking

Slide 7 - Sleepvraag

Leerdoelen van deze les
  • Je kunt een benadering van een vertaling van het begrip dharma (hind) geven en uitleggen waarom het moeilijk is dit te doen.   
  • Je kunt in eigen woorden aangeven wat de overeenkomsten zijn tussen dharma en natuurwetten en met morele imperatieven (kortweg: regels).

Slide 8 - Tekstslide

Religie van de Veda
De Ariërs waren nomaden, ze trokken rond, met hun vee. Ze waren van twee zaken afhankelijk: het weer en de mensen die op je pad komen (en dan vooral hoe mensen met je omgaan). 
In het wereldbeeld van de Ariërs (Indo Europeanen in het boek) werd het leven in stand gehouden door een sterke relatie tussen goden en mensen. Logischerwijs gingen hun goden dus over het weer (natuurwetten) en over menselijk gedrag. De verhalen die deAriërs vertelden over hun goden werden almaar doorgegeven, net als de wijze waarop zij offerden voor hun goden om de relatie tussen goden en mensen te onderhouden. 

Slide 9 - Tekstslide

Religie van de Veda
De Ariërs kenden vele goden, in de Veda's staat beschreven dat er 33 goden zijn. Zoals de god van het vuur Agni (invloed op aarde), de god van de wind Vayu (invloed op ruimte), de god van de zon Surya (invloed op lucht/hemel) en de god van de maan Soma (invloed op sterrenbeelden). 
De goden bewaarden de fundamentele orde van het universum. Door offers te geven konden mensen interacties aangaan met de goden en realiseerden ze zich dat ze door samen te werken met de goden een rol konden spelen in het handhaven van de harmonie en orde van het universum. 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
In je boek staat een scheppingsverhaal over de god Indra, de koning van de goden. In dit verhaal wordt een nomadentent als symbool gebruikt. 
- Lees het verhaal op bladzijde 10 van je boek. 
- Maak een tekening van de nomadentent op basis van het verhaal. 
- Leg uit op basis van de tekening (en je boek) wat volgens jou met het woord 'dharma' wordt bedoeld. 

Slide 11 - Tekstslide