In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Samenvatting Hindoeïsme
Wat moet je leren?
Hoofdpunten van het Hindoeïsme
Tips voor leren
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je leren?
Lees minstens één keer de paragrafen goed door (Mapje 'paragrafen' in het mapje van godsdienst in bronnen in de ELO).
Neem de Powerpoints een keer goed door.
Allerbelangrijkst: Ga goed de studiewijzer leren/stampen: - Ga de begrippen stampen. Maak eventueel kaartjes met aan ene kant de uitleg en de andere kant het begrip. - Ga de Kunnen vragen goed leren en laat je overhoren.
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdpunten Toets Hindoeïsme 2.1
Het ontstaan van het Hindoeïsme: - 2000 v. Chr. uit Indo-Ariër cultuur en Indus-vallei beschaving - Indo-Ariërs brengen ook het kastensysteem - De belangrijkste teksten van het Hindoeïsme: de 4 Veda's (namen hoef je niet te leren)
Rond 1000 v. Chr. een nieuwe groep: de Brahmins - Zij worden de hoogste kaste en mogen als enige priesters zijn. - Nog maar één god: Brahman, waar alle andere goden andere vormen van zijn.
Belangrijk idee binnen het Hindoeïsme: Dharma - Het doel van een levend wezen. (Honing maken voor bijen bijvoorbeeld.) - Dharma van mensen = in balans zijn met het universum door de regels ervan (de Rta) te volgen.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het kastensysteem?
A
Het systeem dat bepaalt wat voor kasten je mag hebben.
B
Het systeem dat bepaalt welke god je moet aanbidden.
C
Het systeem dat bepaalt hoeveel geld je mag verdienen.
D
Het systeem dat je sociale rang bepaalt.
Slide 4 - Quizvraag
Hoofdpunten Toets Hindoeïsme 2.2
Binnen het Hindoeïsme zijn er verschillende groepen = stromingen
Verschillende soorten Hindoes: mono-, poly, en pantheïsten.
De belangrijkste twee stromingen binnen het Hindoeïsme:
Vendanta: Discussie en zelf je mening vormen erg belangrijk! Daarom mono-, poly én pantheïsten in dezelfde stroming.
Yoga: Doel is verlichting (Moskha) bereiken door je ziel los te maken van je lichaam. - Via zelfkennis, zelfbeheersing en meditatie.
Invloed van het nationalisme op het Hindoeïsme: het Hindoeïsme wordt gezien als belangrijk kenmerk van de Indiase cultuur > dus regels vaststellen en naar andere landen verspreiden.
Modern Hindoeïsme: 1. Pantheïstisch, tolerantie voor andere geloven, verlichting op verschillende manieren
Slide 5 - Tekstslide
Wat is pantheïsme?
A
Het geloof in één god.
B
Het geloof in meerdere goden.
C
Het geloof dat god in alles is.
D
Het geloof dat alle geloven gelijk zijn.
Slide 6 - Quizvraag
Hoofdpunten Toets Hindoeïsme 2.3
Hoe vereren Hindoes hun goden: Versieren van tempel, voedsel offeren, vertellen hoe goed de god/godin is.
Welke twee soorten feesten er zijn in het Hindoeïsme: - Godenfeesten: dan wordt de hele dag één god vereerd en feest gevierd. - Algemene feesten: niet aan een god gekoppeld, door iedereen gevierd
Twee belangrijkste algemene feesten: Holi en Diwali
Bindi (stip tussen de wenkbrauwen) en Swastika (kruissymbool voor geluk en balans)
Heilige dieren: - Wat en waarom: Staan symbool voor goede eigenschappen (kracht, intelligentie) en mogen niet zomaar gedood of gegeten worden. - Voorbeelden: Koeien, apen, olifanten.
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn de kenmerken van Diwali? (Waar herken je het aan, wat wordt er gevierd en hoe?)
Slide 8 - Open vraag
Tips om te leren
Begrippen stampen!
Kunnenpunten niet vergeten! Laat je overhoren!
Begin op tijd met leren, liefst een week van tevoren, zodat je niet alles in een keer hoeft te leren en tijd hebt om te herhalen.
Stel vragen als je iets niet snapt! Via e-mail niet magister, als je het niet in de les durft vragen.
Slide 9 - Tekstslide
Oefenopdrachten toets
Maak de oefenopdrachten uit het bestand 'Oefenopdrachten toets Hindoeïsme'
Te vinden in ELO > bronnen > mapje godsdienst > mapje opdrachten/huiswerk > mapje hindoeïsme