WISK X HOOFDSTUK 4 Tabel en grafiek - Les 4.1 Lijnen
WISK - X
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Secundair onderwijs
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
WISK - X
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 1
HOOFDSTUK 4
TABEL EN GRAFIEK
LES 4.1
Lijnen
Slide 2 - Tekstslide
Uitleg tekens in je boek
Nieuwe woorden.
Oefening met de klas.
Nazeggen.
Leren.
Invuloefening/trek een lijn
Kleuren.
Oefening met een vraag.
Oefening met zoeken.
Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt.
Spel.
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je van lijnen?
Slide 4 - Woordweb
Met een lijn wordt bij wiskunde een rechte lijn bedoeld.
Een lijn mag je zo lang maken als je wilt.
Als een lijn niet recht is, heet dit een kromme.
Een lijnstuk is ook recht. Een lijnstuk heeft een begin en een eind.
LES 4.1
Lijnen
Slide 5 - Tekstslide
Bespreek met de klas
Wat is het verschil tussen een lijn en een lijnstuk?
Een lijn mag je oneindig lang maken. Wat is oneindig?
Slide 6 - Tekstslide
Lijnen
Deze opdracht staat in je boek op blz. 197
Zet een rode cirkel om de lijnen.
Zet een groene cirkel om de lijnstukken.
Zet een blauwe cirkel om de krommen.
Slide 7 - Tekstslide
Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal. de lijn/het lijnstuk/de kromme/het begin
Slide 8 - Open vraag
Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal. het eind/oneindig/recht/krom
Slide 9 - Open vraag
Nazeggen
de lijn
het lijnstuk
de kromme
het begin
het eind
oneindig
recht
krom
Slide 10 - Tekstslide
Naam van een lijn, lijnstuk of kromme
Lijnen, lijnstukken en krommen hebben vaak een eigen naam. De naam van een lijn of een kromme wordt altijd met een kleine letter aangegeven.
Een lijnstuk heeft vaak bij het begin en het einde een hoofdletter staan. Deze twee hoofdletters samen zijn de naam van het lijnstuk.
Slide 11 - Tekstslide
Schrijf de namen op. - Noem de lijn I. - Noem de kromme p. - Noem het lijnstuk QR.
Slide 12 - Open vraag
Snijden en snijpunt
Als twee lijnen, krommen of lijnstukken elkaar raken, dan heet dat snijden.
De plek waar ze elkaar snijden heet het snijpunt. De naam van het snijpunt schrijf je met hoofdletter. BV De lijnen l en p snijden elkaar in snijpunt S.
Slide 13 - Tekstslide
Snijden en snijpunt
Als twee lijnen, krommen of lijnstukken elkaar raken, dan heet dat snijden.
De plek waar ze elkaar snijden heet het snijpunt. De naam van het snijpunt schrijf je met hoofdletter. BV De lijnen l en p snijden elkaar in snijpunt S.
Slide 14 - Tekstslide
Schrijf de namen erbij.
Deze opdracht staat in je boek op blz. 113
Noem de kromme r.
Noem de lijn k.
Geef de snijpunten tussen en een naam. Noem ze S en T.
Slide 15 - Tekstslide
Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal. de hoofdletter/snijden/het snijpunt
Slide 16 - Open vraag
Nazeggen
de hoofdletter
snijden
het snijpunt
Slide 17 - Tekstslide
Extr
Slide 18 - Tekstslide
Taak 4.1 Lijnen
Maak de taken van Blz. 111 tot en met blz. 114
Doe dit in stilte (stoplicht)
Heb je de taken niet af dan is het huiswerk
Als je de taken af hebt laat je dit aftekenen/zien.