In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom h5b!
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Even voorstellen
Nederlands in periode C
Wat is een beschouwing?
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Nederlands in periode C
T09 Schrijfvaardigheid: beschouwing (in de les, telt 15% mee)
M01 Literatuur/mondelinge taalvaardigheid: mondeling over boeken klas 5 (in de mondelingenweek, telt 25% mee)
Maar ook voorbereiding op het examen: leesvaardigheid
Slide 4 - Tekstslide
Nederlands in periode C
3 lessen in de week:
wo 3e uur PLM
do 3e uur VCB (focus op leesvaardigheid)
do 6e uur PLM
Slide 5 - Tekstslide
Doel:
Je leert wat een beschouwing is en wat de belangrijkste kenmerken van een beschouwing zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een beschouwing?
A
Een tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten.
B
Een tekst waarin iemand je probeert over te halen om iets te doen.
C
Een tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product.
D
Een tekst waarin een onderwerp van verschillende kanten wordt belicht.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het doel van een beschouwing?
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
amuseren
Slide 8 - Quizvraag
Wat bevat een beschouwing NIET?
A
feiten
B
meningen
C
argumenten
D
de mening van de schrijver
Slide 9 - Quizvraag
Welke structuur heeft een beschouwing NOOIT?
A
argumentatiestructuur
B
verklaringsstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur
Slide 10 - Quizvraag
Welke structuur is het meest voor de hand liggend voor een beschouwing?
A
argumentatiestructuur
B
verklaringsstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur
Slide 11 - Quizvraag
Wat hoort NIET thuis in de inleiding van een beschouwing?
A
een centrale vraag
B
een standpunt
C
een stelling
D
een mening
Slide 12 - Quizvraag
Wat ga je NIET in de kern van een beschouwing vinden?
A
meningen
B
feiten
C
voor- en nadelen
D
drogredenen
Slide 13 - Quizvraag
ten eerste..., daarnaast...., daar staat tegenover dat...
Waar zijn dit passende signaalwoorden voor?
A
het slot
B
de kern
C
de inleiding
Slide 14 - Quizvraag
Is het slot van een beschouwing open of gesloten?
A
open
B
gesloten
Slide 15 - Quizvraag
Wat staat NIET in het slot van een beschouwing?
A
een conclusie
B
een afweging
C
een uitsmijter
D
een samenvatting
Slide 16 - Quizvraag
A
wel beschouwend
B
niet beschouwend
Slide 17 - Quizvraag
Lees de beschouwing Afschaffing eigen risico zorg. Markeer de vraagstelling en de kernzinnen. Geef hier in de LessonUp antwoord op de volgende vraag: hoe kun je zien dat dit een beschouwing is? Jullie krijgen 10 minuten de tijd.
Slide 18 - Open vraag
Ik weet nu wat een beschouwing is en hoe deze eruitziet.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 19 - Quizvraag
Welke boeken heb je in havo 5 tot nu toe 'gelezen'?
Slide 20 - Open vraag
Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 15 februari
Huiswerk: leren LessonUp beschouwing + uitzoeken welke boeken je in havo 5 hebt gelezen