5.1 - A - Leenheren en leenmannen



5.1 - Leenheren
 en leenmannen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



5.1 - Leenheren
 en leenmannen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Het Frankische Rijk
  • Het bestuur van het Frankische Rijk
  • Het leenstelsel
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe Karel de Grote een machtig koning en keizer werd over een groot rijk. 

  • Je kunt uitleggen op welke manier Karel zijn rijk bestuurde. 

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 4 - Tekstslide


Het Frankische Rijk



  • De Franken waren een Germaans volk die in Zuid-Nederland en België leefden.
    Later werd hun rijk uitgebreid naar het huidige Frankrijk.  
  • De bekendste keizer was Karel de Grote. Hij was door de paus tot keizer gekroond. Karel had de paus namelijk geholpen om terug te keren naar Rome. 
Leerdoel 1

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Het bestuur
  • Sinds het uiteenvallen van het Romeinse Rijk was het erg onveilig in Europa. Wegen waren onbegaanbaar en er waren veel (struik)rovers. 

  • Karel de Grote kon niet het hele rijk vanuit één plek besturen, dus reisde Karel de Grote rond en bouwde verschillende paleizen.

  • Zo liet hij zijn gezag en overwicht zien. 
Leerdoel 2

Slide 7 - Tekstslide


Aantekeningen

  • Karel de Grote werd keizer van het Frankische Rijk.  
  • Na de val van het Romeinse Rijk was het onveilig in Europa, er was geen centraal leger meer en geen hoofdstad.
  • Karel de Grote reisde rond van plek naar plek om zijn rijk te besturen, zo liet hij zijn gezag zien. 

Slide 8 - Tekstslide




  • Het belangrijkste paleis stond in Aken. 
  • Maar ook als je rondreist kan je niet zelf het hele rijk besturen. 
  • Dus kreeg Karel hulp van hertogen en graven. Zij waren benoemd om een gebied te besturen. 
Leerdoel 2

Slide 9 - Tekstslide


Het bestuur: het leenstelsel

  • Als een hertog of graaf werd benoemd sprak hij de eed van trouw uit. De hertog of graaf belooft de koning bij te staan met raad en daad.  In ruil daarvoor kregen zij een stuk grond in leen. Zij mochten dit namens de koning besturen en er inkomsten uit halen, rechtspreken en zorgen voor orde en veiligheid. De hertogen en graven werden zijn leenmannen. De koning werd een leenheer. 
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme
Leerdoel 2

Slide 10 - Tekstslide


Aantekeningen

  • Karel de Grote bestuurde via het leenstelsel. De hertog of de graaf zweert trouw aan Karel de Grote (leenheer). De hertog of de graaf wordt nu een leenman. In ruil voor trouw krijgt de leenman een stuk grond in leen. Hij mag die grond besturen, er inkomsten uit halen en zorgen voor orde en veiligheid. In ruil daarvoor moet de leenman de leenheer bij staan met raad en daad: advies en het leveren van soldaten. 

Slide 11 - Tekstslide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 13 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een
leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandig werken
  • We lezen nu gezamenlijk het kopje "bestuur" door op pagina 88.

  • Dan ga je zelfstandig aan de slag met de opdracht 3.  

  • Ben je klaar? Lees de paragraaf goed door en ga verder met opdracht 2, 5, 6, en 9. 

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe Karel de Grote een machtig koning en keizer werd over een groot rijk. 

  • Je kunt uitleggen op welke manier Karel zijn rijk bestuurde. 

Slide 17 - Tekstslide