Deadline PO-opdracht onderzoek naar de waterveiligheid in de IJsseldelta & IJssel in 2120: 26 mei voor 23.59u via Google Classroom.
timer
3:00
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Na 3 minuten...
Telefoon in de telefoon-tas
Deadline PO-opdracht onderzoek naar de waterveiligheid in de IJsseldelta & IJssel in 2120: 26 mei voor 23.59u via Google Classroom.
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
Waarom leren we dit?
Slide 2 - Tekstslide
H4: Wateroverlast
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag
Startopdracht
Herhaling H4
Verder werken PO-opdracht
Slide 4 - Tekstslide
Herhalingsvragen
Slide 5 - Tekstslide
Herhalingsvragen H4
Welke maatregelen kunnen genomen worden om het risico op overstromingen en wateroverlast langs rivieren te verminderen in het kader van klimaatverandering?
Wat is de grootste oorzaak van overstromingsrisico's in Nederland?
Hoe beïnvloedt de stijgende zeespiegel het vermogen om water af te voeren naar zee?
Welke gebieden in Nederland lopen het meeste risico op overstromingen en wateroverlast?
Waarom is men na 1995 anders gaan denken over het overstromingsgevaar van de rivieren?
Waarom moeten maatregelen om het regiem van een rivier te beheersen over het hele stroomgebied gaan en niet alleen over de rivier zelf?
Slide 6 - Tekstslide
Maken startopdracht(Zs)
Klaar? Verder aan je PO-opdracht
timer
7:00
Slide 7 - Tekstslide
Bespreken startopdracht
Slide 8 - Tekstslide
Herhalen H4
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Einde rivier
Delta of Estuarium
Slide 12 - Tekstslide
Delta:
stroomsnelheid rivier stopt (door zee)
Al het sediment zakt naar de bodem
door ophoping ontstaat nieuw land
Estuarium:
Hoge stroomsnelheid langs kust, sediment wordt meegenomen
of
bij vloed dringt zeewater de rivier in
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Van bergen naar de zee
Nederland is voor een groot deel gevormd door de rivieren die door ons land stromen. In deze paragraaf gaan we beter kijken naar rivieren en de begrippen die ermee samenhangen.
Slide 15 - Tekstslide
Stroomgebied A Stroomgebied B
het verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag en grondwater via de zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt
Slide 16 - Tekstslide
De waterscheiding is de grens tussen 2 stroomgebieden
Slide 17 - Tekstslide
Een stroomstelsel is het geheel van de hoofdrivier met al zijn zijtakken
Blauw = Stroomstelsel
Rood = Stroomgebied
Slide 18 - Tekstslide
Een stroomstelsel bestaat uit drie delen, die samen het lengteprofiel vormen
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Slide 19 - Tekstslide
1. De bovenloop: hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot.
2. De middenloop: het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden.
3. De benedenloop: dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.
Slide 20 - Tekstslide
profiel rivier
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Slide 21 - Tekstslide
Regiem:
Het verschil in waterafvoer van een rivier gedurende het jaar
(hoog=groot verschil)
Debiet:
De totale hoeveelheid water die een rivier op een bepaald punt afvoert
Slide 22 - Tekstslide
Piekafvoer
Als het waterpeil in een korte periode sterk stijgt, spreek je van een piekafvoer.
Slide 23 - Tekstslide
Soorten rivieren
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Log via je Chromebook in LessonUp
Geen Chromebook? Met je buurman meedoen.
Slide 28 - Tekstslide
Uit hoeveel procent bestaat het aardoppervlak uit water?
A
40% water, 60% land
B
50% water, 50% land
C
60% water, 40% land
D
70% water, 30% land
Slide 29 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 30 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 31 - Quizvraag
Bron
Benedenloop
Bovenloop
Monding
Middenloop
Slide 32 - Sleepvraag
Leg in j eigen woorden uit wat er wordt bedoeld met stroomgebied?
Slide 33 - Open vraag
Hier vindt het meeste sedimentatie plaats
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop
Slide 34 - Quizvraag
Erosie vindt plaats in
A
De binnenbocht van een rivier
B
De buitenbocht van een rivier
C
Aan het einde van het rivier
D
Bij de rotsen
Slide 35 - Quizvraag
Het slingeren van een rivier heet
A
Meanderen
B
Rivierslinger
C
Erosie
D
Sedimentatie
Slide 36 - Quizvraag
Het einde van de Rijn, waar de rivier zee in stroomt, heet ook wel
A
De delta
B
De overloop
C
De einloop
D
Estuarium
Slide 37 - Quizvraag
Leg de begrippen verval en verhang uit aan de hand van de afbeelding.