4 havo H1.1 Rivieren: de natuur

1.1 Rivieren: de natuur




H1 Wateroverlast
Domein E: Leefomgeving
Havo 4
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

1.1 Rivieren: de natuur




H1 Wateroverlast
Domein E: Leefomgeving
Havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan de kenmerken van de stroomgebieden van Rijn en Maas beschrijven.
  • Ik kan uitleggen op welke manier klimaatverandering en menselijk ingrijpen de waterafvoer van Rijn en Maas beïnvloeden.
  • Ik kan een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het Nederlandse rivierengebied is ingericht.
  • Ik kan verklaren hoe klimaatverandering zorgt voor wateroverlast en hoger overstromingsrisico. 

Slide 2 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?

"hierbinnen wordt al het regen- en smeltwater door één hoofdrivier afgevoerd naar zee"
A
Waterafvoer
B
Stroomgebied
C
Waterscheiding
D
Stroomstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Uit welke drie onderdelen bestaat een lengteprofiel van een rivier?

Slide 4 - Open vraag

Welke drie soorten rivieren zijn er?

Slide 5 - Open vraag

De loop van een rivier
  • Hoofdrivieren + zijrivieren = stroomstelsel
  • Gebied waarin een hoofdrivier al het water naar zee afvoert = stroomgebied
  • Scheiding tussen twee stroomgebieden = waterscheiding

Slide 6 - Tekstslide

Lengteprofiel
  1. Bovenloop
    (veel reliëf -> hoge stroomsnelheid -> veel erosie).
  2. Middenloop
    ( minder reliëf -> langzamere stroomsnelheid -> bredere rivier)
  3. Benedenloop 
    ( bijna geen reliëf -> lage stroomsnelheid -> meanderen -> veel sedimentatie).

Slide 7 - Tekstslide

Verval & Verhang
  • Verval = hoogteverschil tussen twee plekken langs een rivier.
  • Verhang = het verval per km.


  • Welk verband kun je ontdekken tussen verval en stroomsnelheid?


Slide 8 - Tekstslide

Debiet & Regiem
  • De waterafvoer verschilt per rivier en is niet het hele jaar door hetzelfde.
  • Verschillen in de waterafvoer per jaar = regiem.
  • De hoeveelheid water op een bepaalt punt per seconde = debiet.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Rivieren en klimaatverandering
Klimaatverandering zorgt voor:
  • Meer neerslag in een onregelmatig neerslagregiem.
  • Groter neerslagtekort in de zomer.
  • Smelten van gletsjers.
  • Zeespiegelstijging.

  • Welke invloed heeft dit op het regiem en debiet van rivieren?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 13 - Sleepvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
klein debiet
groot debiet
grote stroomsnelheid
kleine stroomsnelheid
gemiddelde stroomsnelheid
veel erosie
veel sedimentatie
zand en klei
grind
rotsen en keien
klein debiet 
groot verval
brede dalen
diepe dalen
erodie en sedimentatie
groot debiet 
klein verval

Slide 14 - Sleepvraag

In de benedenloop begint de rivier te meanderen (kronkelen). Leg uit hoe dat komt.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het verband tussen de manier hoe wij in NL ons rivierengebied hebben ingericht en overstromingsgevaar?

Slide 16 - Open vraag