Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.1 Atoommodel
Atomen en moleculen
26 januari 2021
Scheikunde VWO 3
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Atomen en moleculen
26 januari 2021
Scheikunde VWO 3
Slide 1 - Tekstslide
Geschiedenis van atoommodel
'Hoe zit het atoommodel in elkaar?'
Deze vraag stelden de eerste filosofen al rond 460 voor Christus.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weten we?
Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen
Atomen bestaan uit nog kleinere deeltjes en dit geven we weer met het atoommodel
Slide 3 - Tekstslide
0
Slide 4 - Video
Atoommodel
Slide 5 - Tekstslide
Rutherford
Dalton
Bohr
Negatief geladen elektronenwolk
Elektronen in schillen
Atoom is één massief deeltje
Slide 6 - Sleepvraag
Atoommodel van Bohr
Positief
geladen atoomkern waar
negatief
geladen elektronen in elektronenschillen omheen bewegen.
Deze schillen duiden we aan met
K, L en M
(zie tabel 3)
Slide 7 - Tekstslide
Atoommodel van Bohr
De positieve atoomkern bestaat uit
positief geladen protonen
met daartussen
ongeladen neutronen
Atomen zijn ongeladen --> evenveel protonen als elektronen
Slide 8 - Tekstslide
Massa
De massa van een proton, neutron en elektron wordt uitgedrukt in
u, atomaire massa-eenheid.
1,0 u = 1,66 x 10^-27 kg
Massa proton en neutron is ongeveer gelijk
Massa elektron is verwaarloosbaar
Slide 9 - Tekstslide
Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?
Atoomnummer
= aantal protonen in een atoomkern = aantal elektronen
Massagetal
= aantal protonen + aantal neutronen (massa elektronen verwaarloosbaar)
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een isotoop?
Een
isotoop
: meerdere atomen met verschillende massagetallen
Isotopen hebben een
gelijk
aantal elektronen en protonen, maar een verschillend aantal neutronen.
Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
Slide 11 - Tekstslide
Notatie
Om een isotoop aan te geven, noteren we ook het massagetal achter het elementsymbool
C-12 (koolstof-twaalf) en C-14 (koolstof-veertien)
Wetenschappelijke notatie: massagetal linksboven, atoomnummer linksonder
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld: chloor
Twee isotopen van chloor in de natuur: Cl-35 en Cl-37
Verdeling van elektronen (elektronenconfiguratie) in
Binas tabel 99
.
Slide 13 - Tekstslide
Atoommodel van Bohr
Slide 14 - Tekstslide
Symbool
atoommassa
atoomnummer
Slide 15 - Sleepvraag
atoomnummer = aantal protonen (= aantal elektronen)
massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
aantal neutronen = massagetal - atoomnummer
Slide 16 - Tekstslide
atoomnummer en massagetal
een atoom heeft evenveel protonen (+) als elektronen (-) als neutronen (0)
atoomnummer
= aantal protonen
massagetal
= protonen + neutronen
elektronen
= atoomnummer + aantal elektronen van de lading
let op: min (-) lading = extra elektronen! bijv: O2-: 8 + 2 = 10
Slide 17 - Tekstslide
Isotopen
Slide 18 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen het atoommodel volgens Rutherford en het atoommodel volgens Bohr?
A
Volgens Rutherford zitten protonen in een wolk om de kern heen. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in schillen.
B
Volgens Rutherford zitten neutronen in een wolk om de kern heen. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in schillen.
C
Volgens Rutherford zijn elektronen georganiseerd in schillen om de kern. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in een wolk.
D
Volgens Rutherford zijn elektronen georganiseerd in een wolk om de kern. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in schillen.
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een isotoop?
A
zelfde atoom, andere massa
B
ander atoom, zelfde massa
C
zelfde atoom, ander atoomnummer
D
ander atoom, zelfde atoomnummer
Slide 20 - Quizvraag
Het atoomnummer is het zelfde als...
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen
Slide 21 - Quizvraag
Zoek op in Binas (33/ 34),
Het atoomnummer van koolstof
A
6
B
8
C
12
D
16
Slide 22 - Quizvraag
Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
timer
0:25
A
11
B
12
C
23
D
34
Slide 23 - Quizvraag
Zoek op in Binas (33/ 34),
Het atoomnummer van zuurstof
A
6
B
8
C
12
D
16
Slide 24 - Quizvraag
Geef het atoomnummer en het massagetal van dit atoom.
Slide 25 - Open vraag
Wat zijn de verschillen tussen Pb met massagetal 206 en Pb met massagetal 208?
A
Verschillend aantal protenen
B
verschillend aantal neutronen
C
verschillend aantal elektronen
D
Er zijn geen verschillen
Slide 26 - Quizvraag
Wat zijn de overeenkomsten tussen Pb met massagetal 206 en Pb met massagetal 208?
A
Hetzelfde aantal protonen
B
Hetzelfde aantal neutronen
C
Hetzelfde aantal elektronen
D
Er zijn geen overeenkomsten
Slide 27 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
3.1 Atoommodel
Januari 2021
- Les met
32 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3.1 Atoommodel
Januari 2021
- Les met
28 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§3.1 - Atoommodel
Januari 2021
- Les met
38 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Bouwstenen van stoffen H3 - les 8
Oktober 2020
- Les met
32 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
1920 3.1 Atoommodel
Maart 2020
- Les met
26 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3.1 Atoommodel 3V
Januari 2023
- Les met
28 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
P3 atomen en moleculen deel 2 (atoommodel)
December 2018
- Les met
29 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Het periodiek systeem
December 2020
- Les met
13 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3