Les 1.5 Chemische reacties

Les 1.5 Chemische reacties
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1.5 Chemische reacties

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Bespreken practicum
  •  Nakijken
  • 1.5 Chemische reacties
  • Opgaven maken

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken practicum

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken opgave 6a, 7 t/m 13
Blz 39 t/m 42

Slide 4 - Tekstslide

6a
  • Yara heeft gelijk
  • Berlucht is lucht. 
  • Lucht bestaat o.a. uit stikstof en zuurstof en is dus een mengsel 

Slide 5 - Tekstslide

7
  • Bv frisdrank: koolzuurgas/ het gas koolstofdioxide is opgelost. 

Slide 6 - Tekstslide

8
  • a. Oplossing = helder, suspensie = troebel
  • b. Nee. De deeltjes van de vaste stof zijn meerdere (aan elkaar zittende) moleculen die groter zijn dat alleen losse moleculen. 

Slide 7 - Tekstslide

9
  • a. Bv. wasbenzine
  • b. Nee. Pigment zijn kleine deeltjes vaste stof die naar de bodem zinken. 
  • c. Suspensie

Slide 8 - Tekstslide

10
  • a. Nee. Vettige stoffen lossen niet op in water. 
  • b. Ja. Vettige stoffen lossen goed op in wasbenzine. 

Slide 9 - Tekstslide

11
  • a. -Olie en water lossen niet in elkaar op. 
  •      -Olie heeft een kleinere dichtheid dan water
  • b. B en D
  • c. Zeep zorgt ervoor dat olie en water gemend blijven. 
  • d. Emulgator

Slide 10 - Tekstslide

12
  • Niet waar
  • Niet waar
  • Waar

Slide 11 - Tekstslide

13
C

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor soort
mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Zuivere stof

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor soort
mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Zuivere stof

Slide 14 - Quizvraag

Oplossing
Suspensie
Emulsie
Helder
Troebel
Troebel
Oplosmiddel
Bezinken
Emulgator
Halvarine
Verf
Parfum
Bier
Mayonaise
Chocolademelk

Slide 15 - Sleepvraag

Leerdoelen 1.5 Chemische reacties
  • Je kunt beschrijven wat een chemische reactie is.
  • Je kunt een reactieschema van een scheikundig verschijnsel opstellen. 

Slide 16 - Tekstslide

1.5 Chemische reacties

Slide 17 - Tekstslide

Chemische reactie

Chemische reactie: als de beginstoffen verdwijnen en er nieuwe stoffen ontstaan

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een chemische reactie?
A
Het verdampen van water
B
Het koken van een ei
C
het verven van een ijzeren hek
D
het zagen van een houten plank

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen chemische reactie?
A
Het verbranden van hout.
B
Het rotten van een appel.
C
Het bakken van een ei.
D
Het mengen van alcohol en water.

Slide 20 - Quizvraag

Chemische reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Is dit een chemische
reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Chemische reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Chemische reactie of niet?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag


Reactieschema: een verkorte weergave van een chemische reactie in woorden
Regels
  • Beginstoffen voor de pijl
  • --> (pijl altijd naar rechts)
  • Reactieproducten achter de pijl
  • Altijd fase achter de stoffen (s)/(l)/(g)

  • Beginstoffen --> reactieproducten

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld: bij een reactie tussen koolstof en zuurstof ontstaat koolstofdioxide



  • koolstof (s) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g)

Slide 26 - Tekstslide

Nu jullie: hoe ziet het reactieschema eruit van de volgende reactie? (denk aan toestandsaanduidingen)
Om de vaste stof magnesiumoxide te maken, moet je magnesium en zuurstof met elkaar laten reageren.

Slide 27 - Open vraag

Nu jullie: hoe ziet het reactieschema eruit van de volgende reactie?(denk aan toestandsaanduidingen)
Om de vaste stof magnesiumoxide te maken, moet je magnesium en zuurstof met elkaar laten reageren.


  • Reactieschema:
  • Zuurstof (g) + magnesium (s) --> magnesiumoxide (s)


Slide 28 - Tekstslide

Nu jullie: hoe ziet het reactieschema eruit van de volgende reactie? (denk aan toestandsaanduidingen)
Om papier te verbranden is er zuurstof nodig. Na de verbranding ontstaan koolstof, waterdamp en koolstofdioxide.

Slide 29 - Open vraag

Nu jullie: hoe ziet het reactieschema eruit van de volgende reactie? (denk aan toestandsaanduidingen)
Om papier te verbranden is er zuurstof nodig. Na de verbranding ontstaan koolstof, waterdamp en koolstofdioxide.

  • Reactieschema:
  • Papier (s) + zuurstof (g) --> koolstof (s) + water (g) + koolstofdioxide (g)


Slide 30 - Tekstslide

Maken 3 t/m 8 (blz 45 en 46)

Extra uitdaging: maken opgave 9
timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

3
  • Ja
  • Ja
  • Nee
  • Ja
  • Nee
  • Ja
  • Nee

Slide 32 - Tekstslide

4
  • IJzer (s) + water (l) + zuurstof (g) --> roest (s)

Slide 33 - Tekstslide

5
  • alcohol  + zuurstof  --> azijnzuur + water

Slide 34 - Tekstslide

6
  • a. voedsel + zuurstof  --> koolstofdioxide + water
  •      !! warmte is géén stof, dus komt ook niet in reactieschema         voor!!
  • b. Om je lichaam op temperatuur te houden

Slide 35 - Tekstslide

7
  • salmiak (s) --> waterstofchloride (g) + ammoniak (g)

Slide 36 - Tekstslide

8
  • a. zinksulfide (s) + zuurstof (g) --> zinkoxide (s) + zwaveldioxide (g)
  • b. zinkoxide (s) + zwavelzuur (aq) --> zinksulfaat (aq)

Slide 37 - Tekstslide