Kommagetallen.

Kommagetallen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kommagetallen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
-Decimalen/kommagetallen
- Afronden
- Gemiddelde
-Breuken op de rekenmachine

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan
bij decimalen?

Slide 3 - Woordweb

Decimalen

Slide 4 - Tekstslide


Decimalen zijn dus getallen achter de komma. 

Je kent die het best van geld: €2,35 heeft dus twee decimalen.  

Welke kommagetal kan je van deze breuken maken?
103
1005

Slide 5 - Tekstslide

Zo kan de waarde van de getallen verschillend zijn
0,1 is dus          van het de waarde voor het decimaa l     ? 

101
103

Slide 6 - Tekstslide

Afronden van decimalen
Tot en met 4 rond je af naar beneden.
dus als de vraag is af te ronden op 1 decimaal wordt:
5,43 ------ 5,4
Vanaf de 5 rond je af naar boven:
dus als de vraag is af te ronden op 1 decimaal wordt:
en 
5,45 ------5,5

Slide 7 - Tekstslide

Niet doen:
Twee keer afronden:
Als 5,546 afgerond moet worden op 1 decimaal kijk
je alleen naar de 4 en wordt het dus 5,5.

en dus niet eerst 5,55 van maken en dan 5,6.

Slide 8 - Tekstslide

Rond 6,4568 af op 2 decimalen
A
6,45
B
6,40
C
6,57
D
6,46

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf als decimaal getal
41
A
0,4
B
0,25
C
0,2
D
0,50

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf als decimaal getal
1002
A
0,20
B
0,02
C
0,05
D
0,025

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf als decimaal getal
83
A
0,375
B
0,24
C
0,3
D
0,25

Slide 12 - Quizvraag

Taak maken:
* Maak de taak die je van de leerkracht hebt gekregen.

Lukt het ? PRIMA!

Gaat het moeilijker?
KOM NAAR DE LEERTAFEL - bij de LK. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link