Kommagetallen.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
--> Decimalen getallen - kommagetallen

Herhalen; tienden, honderdsten, duizendsten

--------> Nieuw <--------
--> Afronden

Slide 2 - Tekstslide

Weten we het nog?
Een getal met 1 cijfer achter de komma noem je?

Een getal met 2 cijfers achter de komma noem je?

Een getal met 3 cijfers achter de komma noem je?

Slide 3 - Tekstslide

Decimalen zijn dus getallen achter de komma. 

Je kent die bijvoorbeeld van geld: €2,35 heeft dus twee decimalen:

3 tienden 0,3
en 
5 honderdsten 0,05 

Samen: Vijfendertig honderdsten = 0,35


Slide 4 - Tekstslide

Uitlegvideo afronden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Afronden van decimalen
Tot en met 4 rond je af naar beneden.
dus als de vraag is af te ronden op 1 decimaal wordt:
5,43 ------ 5,4
Vanaf de 5 rond je af naar boven:
dus als de vraag is af te ronden op 1 decimaal wordt:
en 
5,45 ------5,5

Slide 7 - Tekstslide

Niet doen:
Twee keer afronden:
Als 5,546 afgerond moet worden op 1 decimaal kijk
je alleen naar de 4 en wordt het dus 5,5.

en dus niet eerst 5,55 van maken en dan 5,6.

Slide 8 - Tekstslide

Rond 6,4568 af op 2 decimalen
A
6,45
B
6,40
C
6,57
D
6,46

Slide 9 - Quizvraag

Rond af op een heel getal (helen):
9,34
A
9
B
10
C
9,30
D
9,40

Slide 10 - Quizvraag

Rond af op 1 decimaal:
12,978
A
12,0
B
12,9
C
12,1
D
13,0

Slide 11 - Quizvraag

En nu?

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk 
Werkblad getallen afronden


Slide 13 - Tekstslide