3.6 Richtingscoëfficiënt berekenen

3.6 Richtingscoëfficiënt berekenen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.6 Richtingscoëfficiënt berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les heb je geleerd hoe je d.m.v. een lineaire grafiek het richtingscoëfficiënt kunt berekenen.
  • Aan het einde van de les weet je wat evenwijdige grafieken zijn.
  • Aan het einde van de les begrijp je dat sommige formules hetzelfde richtingscoëfficiënt of begingetal hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het berekenen van de richtingscoëfficiënt?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een richtingscoëfficiënt?
  • Een maat voor de helling van een lijn.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de richtingscoëfficiënt?
  • Met behulp van een lineaire grafiek.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn evenwijdige grafieken?
  • Grafieken die nooit elkaar snijden en altijd dezelfde afstand van elkaar blijven.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formules met dezelfde richtingscoëfficiënt of begingetal
  • Sommige formules hebben hetzelfde richtingscoëfficiënt of begingetal.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begingetal
  • Het getal waar een berekening of meting mee begint.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
  • Richtingscoëfficiënt: maat voor de helling van een lijn.
  • Evenwijdige grafieken: snijden elkaar nooit en blijven altijd dezelfde afstand van elkaar.
  • Begingetal: het getal waar een berekening of meting mee begint.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.